Opinie

Commentaar: In accountantssector moet vooral grondhouding veranderen

Het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen. Dat weet iedereen. Toch valt het van de ene mens of groep vaak meer tegen als die door de knieën gaat dan van de andere. Er zijn mensen of (beroeps)groepen waarbij je het je eigenlijk niet kunt voorstellen dat ze de mist in gaan. En toch gebeurt het.

Hoofdredactioneel commentaar
2 June 2014 11:19Gewijzigd op 15 November 2020 11:03
beeld ANP
beeld ANP

Jarenlang hadden accountants in ons land het imago betrouwbaar en onkreukbaar te zijn. Toegegeven, er waren ook beunhazen en sjoemelaars, maar de mannen en vrouwen die ingeschreven stonden als registeraccountant waren zo betrouwbaar als De Nederlandsche Bank. Dachten we…

Inmiddels weten we dat er niet alleen op het solide imago van De Nederlandsche Bank wel iets valt af te dingen, maar ook dat gerenommeerde accountantskantoren soms het nodige ”rot” in het gebinte van hun organisaties hebben.

Nadat vorig jaar duidelijk werd dat er bij KPMG veel mis was, werd eind vorige week bericht dat een groep topmanagers van het kantoor PwC rommelt met vastgoedbeleggingen. Natuurlijk haastte afgelopen zaterdag een zegsman van PwC zich te zeggen dat het beleggingsavontuur van hun medewerkers lang niet zo ernstig is als de affaire bij KPMG. Misschien is dat ook nog wel zo. Maar feit is dat door dit soort zaken het imago van de betrouwbare en integere accountant een knauw krijgt.

Tijdens een vergadering van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants is vorige week vastgesteld dat het roer in de sector om moet. Algemeen is men ervan overtuigd dat de beloningsstructuur en het bestuursmodel van grote kantoren moeten veranderen. En het toezicht moet scherper en onafhankelijker worden.

Dat laatste is inderdaad noodzakelijk. Maar de ferme uitspraak moet wel gedragen worden door de werkers in de sector zelf. Dat heeft de geschiedenis inmiddels wel geleerd. Toen in 2010 de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een negatief rapport schreef over de uitvoering van controle door accountants van de vier grote kantoren in ons land, bogen de woordvoerders van die vier allen het hoofd. Ze waren het erover eens dat hun werk moest verbeteren.

De kantoren beloofden beterschap. En het resultaat? Niets. Bij KPMG bleef in ieder geval bijna alles zoals het was. Een belangrijk deel van de KPMG-partners voelde er weinig voor om zich te voegen naar de regels van de AFM. Met andere woorden: de top kan wel zeggen dat het anders moet, maar de medewerkers zullen daar zelf van overtuigd moeten raken.

Juist aan die innerlijke overtuiging moet worden gewerkt. Dat vraagt een omslag in denken, in grondhouding. Die is bepaald niet van de ene op de andere dag bereikt. Jarenlang heeft de zucht naar meer en nog meer alle kans gekregen zich te manifesteren. Het kon niet op. Je was succesvol als je nog net iets meer inkomen had dan je buurman en collega. Dat moet anders. Die hebzucht rem je niet af met regels. Dat kun je alleen veranderen als mensen gaan beseffen dat een goed naam nog meer waard is dan een topinkomen. Zoals de Bijbel zegt: Beter is een goede naam dan goede olie.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer