Sicilië in het Midden-Oosten
Emoties kun je toch maar het beste in je moedertaal uiten. De speciale Amerikaanse gezant voor het Midden-Oosten, Anthony Zinni, bediende zich vorige week tijdens een diner dan ook even van het Italiaans. „Capo di tutti capi” -„maffiabaas” in fatsoenlijk Nederlands- was de weinig vleiende term die de diplomaat zich liet ontvallen toen de persoon van Arafat ter sprake kwam. En inderdaad, de Palestijnse leider zou op Sicilië geen gek figuur slaan.
Yasser Arafat denkt dezer dagen ongetwijfeld met diepe weemoed terug aan die glorieuze momenten die hij enkele jaren geleden op het versgemaaide gazon van het Witte Huis doorbracht. In het verslavende licht van de camera’s schudde hij toen zijn Israëlische aartsrivalen en de Amerikaanse president de hand. Voor het oog van de hele wereld speelde de terrorist voor vredesduif en ondertekende hij indrukwekkend ogende akkoorden.
Anno 2002 zit de Nobelprijswinnaar in zijn huis in Ramallah opgesloten. Israëlische tanks staan binnen schootsafstand opgesteld en zorgen ervoor dat Arafat blijft waar hij is. Zelfs binnen zijn eigen autonome gebieden kan de Palestijnse leider geen kant op. En naar Washington vliegen kan hij helemaal wel vergeten: de geoefende strijdkrachten van de Joodse staat hebben het vliegveld van Gaza vakkundig met de grond gelijk gemaakt.
Waar is het misgegaan? Waarom heeft de voorzitter van de Palestijnse Autoriteit huisarrest en lusten de Amerikanen hem niet meer? Tijdens de ceremonie in Washington zag de PLO-voorman één ding over het hoofd: hij vergat zijn militaire uniform voor een ordentelijk burgerkostuum te verruilen. En het spreekwoord zegt nu eenmaal: Kleren maken de man. Of, naar een variant op een ander gezegde: Eens een terrorist, altijd een terrorist.
De voorbije weken zijn deze spreekwoorden opnieuw pijnlijk bewaarheid. Onder toeziend oog van Yasser Arafat volgden de aanslagen op onschuldige Israëlische burgers elkaar in snel tempo op. Reizen met openbaar vervoer was al langer een riskante operatie in Israël, maar nu kun je ook je weekendboodschappen al niet meer rustig doen. Zelfs Palestijnse vrouwen deinzen er tegenwoordig niet voor terug zichzelf in een drukke winkelstraat op te blazen.
En dat alles terwijl Arafat keer op keer heeft beloofd het terrorisme aan te pakken. Onder zware internationale druk riep hij de fundamentalistische Palestijnse terreurorganisaties Hamas en Islamitische Jihad op een staakt-het-vuren in acht te nemen. Na elke terreuraanval op Joodse doelen volgde een officiële veroordeling door de Palestijnse Autoriteit. Keer op keer liet Arafat zijn onderhandelaars de wereld verzekeren dat het Palestijnse volk niets anders dan vrede wil.
Hoe hol die woorden zijn, is de afgelopen tijd wel gebleken. Vrijwel dagelijks vallen er onder Israëliërs doden en gewonden door Palestijnse hinderlagen of zelfmoordaanslagen. Enige tijd terug onderschepte de Israëlische marine bovendien een schip vol oorlogstuig dat voor de Palestijnen was bestemd. Dat Arafat de radicale elementen onder zijn onderdanen niet van de ene op de andere dag onder controle kan krijgen, is misschien nog te begrijpen - hoewel hij tot nu toe nooit serieus zijn best heeft gedaan. Maar dat de Palestijnse Autoriteit betrokken is bij een omvangrijke wapensmokkel laat over de ware bedoelingen van Arafat en de zijnen aan duidelijkheid niets te wensen over.
Die smokkelkwestie is met name de Amerikanen in het verkeerde keelgat geschoten. Met de gebeurtenissen van 11 september nog vers in het geheugen, kan Washington dit soort affaires bijzonder slecht hebben. Stelde George W. Bush de PLO-voorman vorig jaar nog een Palestijnse staat in het vooruitzicht, momenteel betitelt de president Arafat als een leugenaar, die het terrorisme niet bestrijdt maar zelfs aanwakkert. Daarmee is Yasser Arafat in één klap zijn belangrijkste internationale klankbord kwijt.
Het is niet zozeer de militaire dreiging die van de gesmokkelde wapens had kunnen uitgaan die bij de Verenigde Staten slechts is gevallen. Arafat beseft terdege dat hij geen enkele kans maakt tegen het Israëlische leger. Als hij liever in Ramallah dan in Tunis woont, doet hij er ook verstandig aan geen raketten of antitankwapens tegen de Joodse strijdkrachten te gebruiken. Nee, de VS zijn vooral kwaad omdat Arafat eens te meer heeft bewezen dat hij slechts loze beloftes doet.
De Europeanen kunnen klaarblijkelijk wel met die onbetrouwbaarheid leven. Tegen beter weten in wierp de EU de Palestijnse leider deze week toch weer een reddingsboei toe. Onder het afgezaagde voorwendsel dat er nu eenmaal geen betere keus dan Arafat is, drong buitenlandcoördinator Javier Solana er bij de EU-lidstaten op aan Arafat te steunen. „We hebben nu meer Palestijnse Autoriteit nodig, niet minder. Het alternatief voor Palestijnse Autoriteit is Palestijnse anarchie”, aldus Solana.
Dat laatste is maar al te waar, gegeven de ijzeren vuist waarmee Arafat zijn bevolking regeert. Europa dwarsboomt daarmee echter wel de pogingen van Israël en de Verenigde Staten om Yasser Arafat internationaal te isoleren en hem zo te dwingen serieus werk te maken van de strijd tegen het terrorisme. In plaats van dit streven te ondersteunen, bracht de Unie het niet verder dan een zwakke oproep aan de Palestijnen een eind aan het geweld te maken en een krachtige veroordeling van de Israëlische nederzettingenpolitiek en van de liquidatie van terroristen. En intussen gaan de Palestijnse aanslagen op Joodse burgers en militairen onverminderd door - onder de regie van Arafat.
Misschien was Anthony Zinni te zeer door emoties overmand toen hij de Palestijnse leider als „capo di tutti capi” betitelde. Wellicht had het diner zijn beoordelingsvermogen enigszins aangetast of kon hij het juiste Italiaanse woord niet meer vinden. Want zelfs de grootste maffiabaas haalt het nog niet bij Yasser Arafat.