Reactie politici op boycot Saudi-Arabië onhandig
Het is jammer dat Nederlandse bewindslieden in het internationale steekspel met Saudi-Arabië laten merken dat ze de gebeten hond zijn, stelt Johannes Kester.
Met de presentatie van de anti-islamsticker, afgelopen december, heeft Geert Wilders weer eens de grenzen opgezocht tussen de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst. Met de sticker wil Wilders op een choquerende manier laten zien dat de islam geen religie is maar een totalitaire ideologie.
Qua opmaak lijkt de sticker op de vlag van Saudi-Arabië. Daarmee raakt hij een specifiek land. Je zult echter niemand overtuigen door de meest essentiële symbolen van een land de grond in te boren. Integendeel, je sterkt ze enkel in hun gelijk. Dit maakt de ‘vlag’ van Wilders tot een doelbewuste provocatie. Een strategische provocatie met als doel een tegenreactie op te roepen. Hij wil goede sier maken bij zijn eigen achterban als verdediger van de vrijheid van meningsuiting. Laat dit nu precies zijn wat er gebeurt.
Saudi-Arabië heeft uiteindelijk gereageerd. Op vrijdag 16 mei meldde de Kamer van Koophandel van Saudi-Arabië dat Nederlandse bedrijven geen nieuwe aanbestedingen meer krijgen. In een eerste reactie doet de Nederlandse regering bij monde van de ministers Dijsselbloem en Asscher de boycot af als onzinnig.
Al snel blijkt dat er wel degelijk zakelijke afspraken worden afgezegd. Vanaf dat moment is het ministerie van Buitenlandse Zaken druk bezig om de boel te sussen. De directeur-generaal politieke zaken heeft een spoedbezoek gebracht aan Riyad en ook minister Timmermans zal afreizen naar Saudi-Arabië.
De economische belangen zijn groot. Met 2,2 miljard euro aan export en 4,7 miljard aan import staat er wel degelijk iets op het spel. Veel grote Nederlandse bedrijven in Saudi-Arabië werken samen in verplichte joint ventures met Saudische bedrijven. Daardoor zijn ze minder gevoelig voor een eventuele boycot. Voor bedrijven en instellingen die ad hoc zakendoen in het islamitische koninkrijk dreigen echter wel problemen. Een even grote angst van het bedrijfsleven is overigens een informeel georganiseerd protest door de bevolking van Saudi-Arabië, vergelijkbaar met de handelswijze van de burgers tijdens de Deense cartooncrisis.
Vooralsnog lijkt het ongenoegen in Saudi-Arabië echter vooral te leven bij de elite. Dat geeft te denken. Het is verder opmerkelijk dat Saudi-Arabië pas vijf maanden na de presentatie van Wilders reageert en daarnaast in gesprekken met Nederlandse diplomaten de handelsbelemmeringen nog altijd niet officieel heeft bevestigd.
Er zijn verschillende redenen te bedenken waarom het koninkrijk nu tot deze actie is overgegaan. Het kan zijn dat het aanhoudende geluid van Wilders de afgelopen maanden de spreekwoordelijke emmer heeft laten overlopen. Inmiddels is duidelijk dat Saudi-Arabië al maandenlang achter de schermen zijn ongenoegen uit bij minister Timmermans.
Het kan ook zijn dat interne druk van de streng religieuze leiders of conservatieve leden van het koninklijk huis de Saudische regering heeft aangespoord in actie te komen. Er zijn zelfs mensen die een link naar de Europese verkiezingen leggen. We weten het niet. Wat we wel weten is dat het koninkrijk achter zijn vlag staat.
De informaliteit van de huidige handelsmaatregelen geeft aan dat de Saudische regering zich terughoudend opstelt en zo zichzelf en de Nederlandse overheid de ruimte geeft om te manoeuvreren. Tegelijkertijd is het wel zodanig ingrijpend dat het naar de achterban verkocht kan worden.
Vanuit strategisch oogpunt is dit effectiever dan alternatieven. Een officiële klacht bijvoorbeeld zou waarschijnlijk in een Nederlandse lade zijn beland. Terwijl het terugroepen van de eigen ambassadeur diplomatiek gezien weer veel te definitief zou zijn geweest.
Daar komt nog bij dat deze actie ook indirect effect sorteert. Ik kan me voorstellen dat de VVD-achterban druk uitoefent op het kabinet om in actie te komen.
Wat de Saudiërs in ieder geval niet heeft overtuigd, is de initiële reactie van Nederland. Direct na uitgave van de stickers in 2013 had de regering al afstand genomen van deze actie. De reacties vielen mee en daarmee dacht ze dat de kous af was. De eerste Nederlandse afwijzende reactie op berichtgeving over een boycot is daarom begrijpelijk, maar ligt erg gevoelig in het op status beluste Saudische koninkrijk.
Gisteren bleek dat Saudi-Arabië onder andere gepikeerd is omdat Wilders de sticker naar hun ambassade heeft verstuurd in een officiële enveloppe van de Tweede Kamer. Reden te meer dat de minister zo snel mogelijk afreist, zoals hij van plan is. Niet om de Saudische overheid te overtuigen. Uit alles blijkt dat dit niet nodig is. Enkel om te laten zien dat Nederland dit wel degelijk serieus oppakt.
Dat de minister zijn frustratie ondertussen uit door Wilders publiekelijk als puberaal weg te zetten, wordt misschien door Saudi-Arabië en een deel van Nederland gewaardeerd, maar misstaat een diplomaat. Bovendien schaadt het datgene waar hij voor staat: de Nederlandse democratie.
Waar Wilders en de Saudiërs het spel hard en strategisch spelen, valt het de Nederlandse regering blijkbaar moeilijk om de vlag glad te strijken.
De auteur is als onderzoeker verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij liep eerder stage op de Nederlandse ambassade in Riyad.