Flinke meevallers op budget Europese Unie
Op de begroting van de Europese Unie dienen zich flinke financiële meevallers aan. Als gevolg daarvan behoeven de lidstaten volgend jaar een geringer bedrag over te hevelen naar de gemeenschappelijke kas in Brussel.
De lopende periode van twaalf maanden eindigt volgens de huidige vooruitzichten met een overschot van ongeveer 1 miljard euro, omgerekend ruim 2,2 miljard gulden. Dat geld wordt toegevoegd aan het budget van 2002, zodat de vijftien landen dan kunnen volstaan met een kleinere afdracht vanuit hun schatkist aan de EU. Eurocommissaris Michaele Schreyer (Begrotingszaken) heeft dit dinsdag bekendgemaakt.
Ook in het komende jaar zal de Unie niet zoveel uitgeven als eerder, in mei, bij de indiening van de eerste versie van de ontwerpbegroting, werd geraamd, zo blijkt uit de herziene cijfers. Het gaat daarbij om een besparing van 1,9 miljard euro (bijna 4,2 miljard gulden). Die treedt op in met name de landbouwsector. Zo acht de Commissie het niet meer nodig een forse reserve op te nemen voor maatregelen in het kader van bse en mkz.
Schreyer sprak in een toelichting haar tevredenheid uit over de ontwikkelingen op het punt van de financiële huishouding van de EU. Die weerspiegelen, zo merkte de Duitse groene politica op, „de principes van voorzichtige en gedisciplineerde budgettering.” Voorts wees zij erop dat de te constateren zuinigheid de lidstaten meehelpt het saldo van de nationale begrotingen op orde te houden.
Dit jaar omvat het uitgavenniveau van de Gemeenschap, afgemeten aan de betalingen, 93,75 miljard euro (206 miljard gulden). In 2002 zal er volgens de huidige berekeningen sprake zijn van een stijging van 2,2 procent, tot een totaal van 95,8 miljard euro (211 miljard gulden). Daarvan is 39,7 miljard euro bestemd voor de kosten van de landbouwpolitiek. Uitgedrukt in aangegane verplichtingen zien we een toename van 96,97 miljard tot 98,5 miljard (plus 1,6 procent).
Plafond
De omvang van het gezamenlijke budget voor 2002 ligt 4,4 miljard euro (9,7 miljard gulden) onder het plafond uit de meerjarenafspraken. In 1999 hebben de regeringsleiders op de top van Berlijn de limieten vastgesteld voor de periode 2000 tot en met 2006.