Binnenland

Op de thee bij Saddam Hussein

Nee, het is geen grap. Nog geen jaar geleden zat hij aan de thee met Saddam Hussein in een van diens paleizen in Bagdad. Het was het resultaat van een „opwelling”, vertelt Emile Ratelband. De entertainer, bedrijfsgoeroe en ex-politicus uit Oosterbeek bedacht op een goede dag dat hij Hussein zover moest krijgen dat hij vertrok uit Irak. „Maar toen ik bij hem was en het hem wilde vragen, durfde ik niet meer.”

24 December 2003 09:16Gewijzigd op 14 November 2020 00:50
SCHIPHOL - Emile Ratelband (l.) op Schiphol, vlak voor zijn vertrek naar Irak op 20 februari. In zijn handen de vredesvlag die hij aan Saddam Hussein overhandigde. - Foto ANP
SCHIPHOL - Emile Ratelband (l.) op Schiphol, vlak voor zijn vertrek naar Irak op 20 februari. In zijn handen de vredesvlag die hij aan Saddam Hussein overhandigde. - Foto ANP

Het verhaal van Ratelband klinkt alsof het rechtstreeks uit een jongensboek afkomstig is. „Op een donderdag in februari, terwijl de oorlogsdreiging almaar toenam, bedacht ik dat ik wat moest doen. Ik wilde naar Saddam om het Iraakse volk te beschermen voor onnodig bloedvergieten. Als hij vrijwillig zou vertrekken, was de angel naar mijn gevoel uit het conflict tussen Irak en de Verenigde Staten.”

Ondanks de dreigende oorlog was de reis naar Bagdad een fluitje van een cent, beweert Ratelband. „Ik had de juiste contacten, daardoor kon het snel gaan. Toen ik er eenmaal rondliep, begon ik me pas te realiseren waar ik aan begonnen was.” Na aankomst moest Ratelband drie dagen wachten voordat hij welkom was bij Saddam. „In die periode had ik overal vrij toegang, zo had men mij verzekerd. Al snel kwam ik in contact met westerlingen die als menselijk schild in de buurt van strategische objecten verbleven. Ze verklaarden me voor gek. Dat was het eerste moment dat ik dacht: Ratelband, jongen, waar ben je aan begonnen? Al die tijd had ik me niet veel zorgen gemaakt, maar toen bedacht ik dat het ook verkeerd kon aflopen. En dat was niet zo mooi geweest, want ik houd nogal van mezelf.”

Uiteindelijk werd de Oosterbeekse bedrijfsgoeroe naar eigen zeggen opgehaald door zes potige vertegenwoordigers van het Ba’ath-regime. In twee geblindeerde Mercedessen reed het gezelschap naar een van de paleizen van Saddam Hussein. „Ik kwam er binnen en moest in een hal plaatsnemen. Na een kwartier werd ik binnengelaten in een kamer. Daar zat Saddam. Het was een eenvoudig ingerichte ruimte. Saddam zat er in een goudkleurige stoel achter een grote tafel.”

Het gesprek begon met een minutenlange monoloog van Hussein, of degene die zich uitgaf voor de Iraakse leider, zegt Ratelband. „Op een gegeven moment begon hij echter vragen te stellen. Over de Nederlandse politiek, over wat ik deed en wat ik van Irak vond. Gek genoeg wachtte hij mijn antwoord niet af. Voordat ik iets kon zeggen, begon hij zelf zijn eigen vragen te beantwoorden. Ik vond het gênant: Hij redeneerde als een oude man. Maar: zijn ogen flitsten af en toe als vuur.”

De ontmoeting met Hussein (of zijn dubbelganger) duurde al met al zo’n drie kwartier, schat Ratelband. „Eerst luisterde ik alleen. Op een gegeven moment durfde ik echter te vragen of ik Saddam de blauwe vredesvlag mocht aanbieden die ik had meegenomen. Dat vond hij prima. Maar door die wilde oogopslag van hem was ik inmiddels wel bang geworden. De vraag waarvoor ik kwam, durfde ik uiteindelijk niet te stellen. Nu ik weet hoe het met Saddam is afgelopen, vind ik het jammer dat ik ’m toch niet gesteld heb. Wie weet wat er was gebeurd…”

Terug in Nederland liep Ratelband tegen een muur van ongeloof aan over zijn ontmoeting. Pas toen twee weken na zijn terugkomst uit videobeelden bleek dat hij inderdaad in Irak was geweest, geloofden mensen hem.

Uit een peiling onder de Nederlanders bleek zelfs dat mensen evenveel vertrouwen hebben in Ratelband als in Saddam. Allebei kregen zij steun van 1,7 procent van de bevolking. Wat vindt Ratelband daarvan? „U kent de bijbeltekst toch wel over een profeet die in z’n eigen land niet wordt geëerd? Zo is het met mij ook. Ik word door een bepaald deel van de bevolking altijd bekritiseerd.”

Wat motiveert Ratelband om zoiets als een Irak-reis te ondernemen? „Het lijden van mensen. Daar wil ik wat aan doen. Dat dringt me bij al m’n werkzaamheden. Hier lijden mensen onder de consumptiemaatschappij. Ze kunnen alles kopen en voelen zich toch ongelukkig. De Bijbel is mijn inspiratiebron ze daar vanaf te helpen.”

Ooit werd Ratelband verweten dat hij zich met occultisme bezighield. Een aantal jongeren brandde zich lelijk toen Ratelband ze over hete kolen liet lopen. „U weet wat er in de Bijbel staat? Als je maar gelooft, kun je bergen verzetten. Zo is het ook met de gloeiende kolen”, verdedigt Ratelband zich. „Het is de beperking van je geest als je daar niet zonder problemen over kunt lopen. En ik verzet me tegen iedere beperking van de menselijke geest. Daarom ging ik ook naar Irak op het moment dat niemand anders zich dat in z’n hoofd haalde.”

Op zoek naar het verhaal achter opvallende berichtjes van het afgelopen jaar. Vandaag deel 2 in een serie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer