Rangers halen makkers uit Jappenkamp
Titel:
”Spooksoldaten; de meest dramatische bevrijdingsactie van W.O. II”
Auteur: Hampton Sides; uitgeverij Balans, Amsterdam
ISBN 90 5018 557 6
Pagina’s: 351
Prijs: € 20,40. Hoewel al weer zo’n zestig jaar voorbij, is de Tweede Wereldoorlog nog steeds geen verleden tijd. Juist de laatste jaren verschijnt de ene na de andere publicatie, vaak in de vorm van ooggetuigenverslagen. Dat is dan ook de reden voor de vloed aan boeken over de Tweede Wereldoorlog: de soldaten van toen zijn de grijsaards van nu. Nog even en hun verhalen gaan met hen het graf in.
Hampton Sides schreef zo’n boek. ”Spooksoldaten” is het verhaal van een doldrieste onderneming van het Zesde U.S. Rangerbataljon, dat op 28 januari 1945 door de Japanse linies op de Filippijnen breekt om een paar honderd kameraden uit een gevangenkamp te halen. Tientallen kilometers lopen de Rangers door vijandelijk gebied, passeren gevaarlijke hoofdwegen vol Japanse voertuigen en moeten bijna op het laatst nog een rivier passeren. Toch is dit niet het grootste gevaar. Dat komt op de terugweg, als dezelfde tocht nogmaals moet ondernomen worden, maar dan met uitgeputte ex-gevangenen.
Toch is er reden voor een onderneming als deze: aan het eind van de oorlog executeren de Japanners links en rechts, en in volstrekte willekeur, hun krijgsgevangenen. Hun eigen visie op capitulatie -„Sterven voor de keizer is hoe dan ook beter”- vertaalt zich in de omgang met de gevangenen. Aangrijpend is in dit verband de beschrijving in de proloog van het boek van de verschrikkingen in het kamp bij Puerto Princesa, Palawan. Daar drijven de bewakers onder het mom van veiligheid alle gevangenen in een loopgravenstelsel tijdens een Amerikaanse luchtaanval. Eenmaal in de loopgraven gaan de schotten ervoor en worden de ongelukkigen overgoten met kerosine en meedogenloos in vlam gezet. „Omgekomen door een eigen bombardement”, moet de kampcommandant gedacht hebben toen hij alles in scène zette.
Het verhaal van één van de overlevenden is mede aanleiding voor de Rangers om de actie richting het kamp van Cabanatuan in gang te zetten. Op meeslepende wijze beschrijft Sides de hele tocht, afgewisseld met hoofdstukken over de soldaten die gevangen zitten. De val van Bataan, de dodenmars naar de kampen en het kampleven zelf worden -in al hun verschrikkingen- levendig beschreven. Langzaam werkt de schrijver naar de climax toe: de bevrijding. Als die er eenmaal is, weigeren de gevangenen dat te geloven. Zij zijn bang voor een valstrik van de Jappen. Een van de Rangers vertelde later dat hij verschillende gevangen „met een schop onder hun achterwerk tot actie moest bewegen.” Pas als de ex-gevangenen later de Stars en Stripes zien, dringt het besef door dat ze niet dromen.
Hampton Sides schreef een adembenemend boek, dat ’pakt’ vanaf de eerste bladzijde. Voor Europeanen is het wel eens goed te lezen dat ook de Amerikanen hun portie hebben gehad tijdens de Tweede Wereldoorlog, en dat 12.000 kilometer van huis. Wat overigens niet wil zeggen dat de verschrikkingen hier minder erg waren.
De hele actie, die werd ondersteund door Filippijnse guerrilla’s, kostte ’maar’ twee Rangers en twee gevangenen het leven. Voor de laatsten was de bevrijding een stap te ver.