Voormalig kompel Wim Schoenmaekers over mijnrampen
Turkije werd vorige week opgeschrikt door de grootste mijnramp in de geschiedenis van het land. Zo’n 300 mensen kwamen om het leven na een explosie. Oud-mijnwerker Wim Schoenmaekers (72) uit Heerlen leeft mee met de nabestaanden. Hij kent de gevaren van het werken in onderaardse gangen.
toen
Van 1957 tot 1969 heb ik in de Limburgse kolenmijnen gewerkt. Ik begon op mijn zestiende in de Wilhelmina-staatsmijn bij Kerkrade. Daar volgde ik de mijnbouwkundige vakschool. Als je 16,5 jaar was, ging je één dag per week ondergronds. Was je 17,5, dan ging je voor vijf dagen naar beneden. Ik begon zoals iedereen als sleper, de laagste rang. Op 21-jarige leeftijd haalde ik het houwersdiploma en was ik volleerd mijnwerker. Ik deed alle voorkomende werkzaamheden, behalve schachtbouw. Ik ontginde bijvoorbeeld kolenlagen. Eigenlijk was ons werk slavenarbeid. Je zag het zonlicht niet, werkte in het stof, was soms drijfnat en had last van hoge temperaturen. Ik heb onder meer op 785 meter diepte gewerkt. Soms werkte ik in pijlers, gangen in de kolenlaag, van 50 centimeter hoog. Eén keer maakte ik zelf een ongeval mee. Toen liep ik een flinke snee in mijn bovenbeen op. Ik kon een tijdje niet werken. Van nabij heb ik een dodelijk mijnongeval meegemaakt. Iemand raakte bekneld. Ik vind het moeilijk om daarover te praten. Ik word rood in het gezicht als ik eraan terugdenk. Die beelden blijven je levenslang bij. Je gaat met plezier naar beneden en als je weer naar boven gaat, mist er één. Heel akelig.
Van ongeveer 1900 tot 1974, toen de laatste mijn in Nederland werd gesloten, zijn er in de Limburgse mijnen 1277 mijnwerkers ondergronds en 259 bovengronds verongelukt. Mensen die in een schacht vielen. Anderen die dood werden gedrukt door een ontspoorde kolenwagen. Mijngasontploffingen veroorzaakten de meeste doden. Daarbij komt zo veel druk vrij dat mensen, materiaal en machines honderden meters kunnen worden weggeblazen. Zo vielen in de Wilhelminamijn op 6 juli 1946 acht slachtoffers door een mijngasexplosie. In onze mijnen werd toezicht gehouden op het naleven van veiligheidsvoorschriften. Als controleurs een peuk of lucifer in je mijnkleding vonden, werd je ontslagen. Vuur is gevaarlijk in verband met explosieve mijngassen. Was je schuldig aan een ongeval, dan kon je achter de tralies belanden.
nu
De mijnramp in Turkije is een grote klap. Dat er honderden mensen zijn omgekomen, is niet onder woorden te brengen. Dat tart elke beschrijving.
Ik denk dat mijnwerkers in Turkije zijn ingesloten en zijn gestikt door gassen, zoals koolmonoxide. Mensen krijgen geen lucht meer. Dat is ontzettend. In onze mijn mochten diesellocomotieven niet zomaar stationair draaien. Om te voorkomen dat zich giftige uitlaatgassen zouden ophopen.
Als je ingesloten raakt, ben je overgeleverd aan anderen. Je kunt niks. In mijn tijd ging je lamp na veertien uur uit. Dan zit je in het donker. Mijnwerkers die ingesloten raken, proberen vaak via het kloppen op luchtleidingen de aandacht te trekken. Zo’n geluid verspreidt zich over een grote afstand.
Op die manier konden in 1963 in het Oost-Duitse Lengede na veertien dagen elf ingesloten mijnwerkers worden gered. Terwijl die mannen eigenlijk al waren opgegeven. Ook bij een mijnramp in Chili in 2010 konden ingesloten mijnwerkers worden gered.
Sinds een jaar houd ik me bezig met mijnongevallen in Turkije. Ik denk dat het daar op veiligheidsgebied niet pluis is. Vakbondslieden proberen een betere veiligheid en betere arbeidsomstandigheden voor elkaar te krijgen.
De ramp in Turkije lijkt op de grootste mijnramp van België, in 1956 in Marcinelle. Daarbij vielen 262 doden. Een kolenwagen was op een lift gestoten. De liftkooi raakte daardoor elektriciteitsdraden en olieleidingen. Er ontstond kortsluiting en brand.
straks
Ik kan me voorstellen dat betogers boos zijn op premier Erdogan van Turkije. Dat mensen vinden dat hij meer moet doen aan de veiligheid in mijnen. Toch kun je niet alleen maar naar één man wijzen. Ook bedrijven hebben hun verantwoordelijkheid. Het is heel kwalijk als zij zo veel mogelijk willen verdienen ten koste van de veiligheid en arbeidsomstandigheden van de mijnwerkers.
Mijnwerkers zelf hebben ook een verantwoordelijkheid. Ik moest in de kolenmijn mijn werkplek veilig houden. Als ik het stutwerk niet goed uitvoerde, kon een gang instorten. Dat kon grote gevolgen hebben voor mijn collega’s.
Ik ben rooms-katholiek. Op dit moment heb ik thuis een kaarsje en een benzinelampje branden uit medeleven met de familie van de omgekomen mijnwerkers in Turkije. Wij hebben in de St.-Antoniusparochie in Heerlen maandelijks een heilige mis voor de slachtoffers van mijnongevallen. Iedere derde zondag van de maand staan we stil bij een van de twaalf mijnen die Nederland had. In het voorwoord gedenken we alle mijnslachtoffers, waar ook ter wereld. Morgen herdenken we de slachtoffers van de staatsmijn Maurits. Maar we zullen in onze gebeden ook stilstaan bij de ramp in de Turkse mijn. Zelf ben ik ieder jaar bij de herdenking van de mijnramp in Marcinelle.
Omgekomen mijnwerkers lieten vaak grote gezinnen achter. Het kon zomaar gebeuren dat een vrouw in verwachting was en dat het kindje zijn vader nooit zou kennen. Er zijn in mijnen niet alleen doden gevallen, maar ook duizenden mensen gewond geraakt. In het ziekenhuis in Heerlen werden tussen 1928 en 1968 26.000 mensen behandeld. Denk ook aan de mensen die in de mijnen beroepsziektes hebben opgelopen. Stoflongen, asbestlongen. Onder de grond ademden mijnwerkers veel stof in, bijvoorbeeld als er met dynamiet tunnels werden gemaakt. Steenstof gaat op de longen plakken. Uiteindelijk overlijd je door verstikking. Een heel nare dood.