Eerste Zeeuwse pioniersplekken van PKN beginnen vorm te krijgen
GOES. In een nieuwbouwwijk in Almere komt een predikant wonen die net met emeritaat is. In de wijk is geen kerk, daarom voelt hij zich geroepen om zelf aan de slag te gaan. Eerst organiseert hij workshops, later wordt een oude SRV-wagen aangeschaft, waarin hij rijdend door de wijk ‘spreekuur’ houdt.
„Een prachtig voorbeeld van een pioniersplek”, vindt Martijn Vellekoop, die als coördinator pioniersplekken werkzaam is binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Ook in Zeeland ziet de Protestantse Kerk graag pioniersplekken ontstaan: vernieuwende vormen van kerk-zijn, gericht op buiten- en randkerkelijken. Vellekoop sprak daarom gisteravond in Goes voor kerkenraden, evangelisatiecommissies en belangstellenden over dit onderwerp.
„Een pioniersplek is gericht op mensen die niet of niet meer in de kerk komen”, legt de coördinator uit. „Het doel is niet: zo spoedig mogelijk op zondag kerkdienst houden, maar een vernieuwende vorm van kerk-zijn, aansluitend bij de cultuur van mensen.”
Luisteren
Vellekoop: „Het pionierswerk begint met luisteren. Luisteren naar God, naar jezelf en vooral: luister naar de mensen die je wilt bereiken. Wat zijn hun problemen? Waar genieten ze van? Pas als je dat weet, kun je beginnen met de tweede fase in het pionierswerk, het dienen en liefhebben.”
Zijn er veel eenzamen, dan valt een maaltijdproject te overwegen. Zijn er veel jonge moeders, dan kun je moedermorgens organiseren. „Het is belangrijk niet direct het Evangelie op te dringen”, aldus Vellekoop. „Laat het in deze fase blijven bij dienen en liefhebben.”
Hij adviseert niet te snel door te gaan naar de volgende fase, het bouwen van een ”community”, zoals dat binnen het pionierswerk wordt genoemd. „Forceer het niet en laat je leiden door de Geest.” In de eerste fase kunnen persoonlijke drijfveren en het geloof ter sprake komen en kan mogelijk het Evangelie opengaan. „Als er interesse is, kan er worden doorgepraat over wat het Evangelie te zeggen heeft in het persoonlijk leven. Tot slot kan met elkaar nagedacht worden over kerk-zijn. Dat hoeft niet in een kerkdienst, maar dat kan ook buiten zijn, in een huiskamer of in een café.”
Minder vernieuwend
In Sirjansland en Noordwelle wordt een begin gemaakt met de eerste Zeeuwse pioniersplekken. Vellekoop ziet er graag meer bij komen. De meeste pioniersplekken bevinden zich nu nog in de Randstad.
De ongeveer vijftig aanwezigen kunnen veelal in hun eigen omgeving wel doelgroepen of wijken aanwijzen waarin gepionierd kan gaan worden. „Goes-Zuid, daar sluit binnenkort een kerk”, zegt de een. Een ander, uit Axel, is al begonnen met werk onder 55-plussers in haar omgeving.
Zo’n vijf jaar geleden startten de eerste pioniersplekken, opgezet vanuit de landelijke Protestantse Kerk. Nieuw beleid is erop gericht dat er vanuit de gemeenten wordt begonnen met pionieren. „Een plattelandsprovincie als Zeeland vraagt om een andere aanpak dan de Randstad”, benadrukt Vellekoop. „De groep zal al snel kleiner zijn en de mentaliteit mogelijk iets minder vernieuwend. Denk goed na over je ideeën, want als iets mislukt, weet het hele dorp dat en hoef je het de eerste tien jaar niet meer te proberen.”