Rechtse Sector in Oekraïne bereid wapens op te nemen (ter verdediging)
Rechts staat in een kwade reuk in Oekraïne. Rusland beschuldigt het tijdelijk bewind in Kiev van fascisme. De Rechtse Sector ontkent dit echter. De beweging verdedigt het land. Meer niet.
De Oekraïense presidentskandidaat Dmitro Jarosj, leider van de militante nationalistische groepering Rechtse Sector, heeft twee groepen gewapende vrijwilligers geformeerd. „Het leger kan in het oosten de strijd niet aan.”
Luid gegrom trekt de aandacht in het centrum van Kiev. Een militair voertuig stoomt op over de Kresjtsjatik, de hoofdstraat van de Oekraïense hoofdstad. De blauw-gele Oekraïense en de rood-zwarte vlaggen van de paramilitaire nationalistische groepering Rechtse Sector (Pravi Sector) wapperen op het dak. De chauffeur parkeert het legergroene vehikel voor een ingang van het vroegere postkantoor, waar de Rechtse Sector haar intrek heeft genomen. Het voertuig doet dienst als reclamebord. Ernaast plaatst een lid van de Rechtse Sector een doos met daarin een gleuf. Geld inzamelen voor de verdediging van Oekraïne is het doel. Het werkt. Oekraïners deponeren papiergeld in de doos.
Aan de crisis in Oekraïne is onlosmakelijk de naam van de Rechtse Sector verbonden. Leider Dmitro Jarosj, kandidaat bij de presidentsverkiezingen van zondag, vuurde zijn manschappen aan tijdens de gevechten met de oproerpolitie van de later verdreven president Viktor Janoekovitsj en groeide uit tot een van de bepalende gezichten van de oppositie.
Nu speelt de strijd van de Rechtse Sector zich af voor de Oekraïense soevereiniteit in de oostelijke regio Donbass, waar pro-Russen zich in navolging van het schiereiland de Krim willen afscheiden.
Op de Kresjtsjatik sjouwt het Rechtse Sectorlid Andrej (49) met autobanden om een barricade voor het Onafhankelijkheidsplein, waar demonstranten sinds november bivakkeren, te verstevigen. Andrej beaamt dat er trainingen worden gegeven die de leden opleiden tot vechtmachines.
Gefrustreerd ziet hij dat het Oekraïense leger de soevereiniteit niet verdedigt. „Als we voor de Krim hadden gevochten, was er niet zo’n situatie ontstaan als nu in het oosten.”
Steun
Met deze passiviteit in het achterhoofd bereidt de Rechtse Sector, vooral populair in West-Oekraïne, zich voor op de strijd tegen de pro-Russen, die volgens Andrej steun krijgen van Moskou. Het woord burgeroorlog zoemt rond.
„Het leger kan in het oosten de strijd niet aan”, zegt Andrej in zijn camouflagekleding. „Dus moeten wij het doen en zitten we door het hele land. Op de Krim, in het oosten. Als Rusland Nederland binnenvalt, ga jij toch ook je land verdedigen?”
De pro-Russen en het Kremlin zien de Rechtse Sectoraanhangers als „fascisten.” Zo’n 50 meter verderop staat de belangrijkste reden voor deze typering. Op een meer dan levensgrote afbeelding kijkt Stepan Bandera over het Onafhankelijkheidsplein.
De nationalistische leider, strijder voor een Oekraïense natie, vocht mee met nazi-Duitsland tegen de Sovjet-Unie. Dit maakt hem tot een vijand van de huidige Russische machthebbers. En wie met Bandera pronkt, geldt voor Moskou als nazi.
Werklozen
„Banderovtsi”, noemt Andrej zichzelf en de andere leden, een mix van onder meer werklozen, kunstenaars, studenten en zakenmensen. Hij legt uit dat Bandera volgens hem geen fascist was. „Bandera gebruikte het moment van de komst van de Duitsers om te vechten voor een onafhankelijk Oekraïne. Maar hij nam het ook op tegen de Duitsers en is toen gevangengenomen. Ze wilden niet dat er een onafhankelijk Oekraïne kwam.”
De termen fascisten en neonazi’s kleven aan de naar schatting 10.000 leden van de Rechtse Sector. Andrej begrijpt de associatie: de Rechtse Sector met zijn symbolen oogt als een leger met discipline en orde. Jarosj, voor wie de steun in peilingen voor de presidentsverkiezingen schommelt rond de 1 procent, verwerpt antisemitisme en xenofobie. Ondanks zijn woorden ziet Moskou in de invloedrijke rol van de Rechtse Sector het bewijs dat het fascisme regeert in Oekraïne.
Het negatieve imago zorgt ervoordat niet iedereen binnen de Rechtse Sector blij is met media-aandacht. „Ik praat niet met de pers”, bromt de 45-jarige Joeri vanonder zijn legerpet. „Een Franse correspondent omschreef ons als fascisten, maar dat zijn we niet. We verdedigen Oekraïne.”
Roman Ljolin (33) heeft hen niet op fascistische uitlatingen kunnen betrappen. Tijdens de protesten stond hij samen met de Rechtse Sector op het Onafhankelijkheidsplein. „Ik heb met hen gesproken, gevochten”, zegt hij op een bank op de Kresjtsjatik. „Maar nooit hebben ze zich fascistisch gedragen.”
Geweld
Dat zeggen ook andere demonstranten. Zij zien de ”Banderovtsi” als nationalisten die zich bereid tonen de Oekraïense soevereiniteit met geweld te verdedigen.
Daarbij beseft Andrej dat Oekraïne er alleen voor staat. Het Westen handelt volgens hem puur uit eigenbelang. „We moet het zelf doen. Maar we zijn er klaar voor. Geef ons een wapen en we komen in actie.”