Het debat was onderdeel van een driedaagse internationale conferentie die maandag begon. De avond viel uiteen in twee delen, waarbij in het eerste deel de vraag werd gesteld in hoeverre religieuze praktijken lichamelijke schade mogen toebrengen aan derden.

Over de besnijdenis merkt rabbijn Lody van de Kamp op dat een eventueel verbod op besnijdenis kinderen weliswaar zou beschermen tegen een medische ingreep, maar kinderen tegelijk het recht ontneemt op te groeien in hun religieuze gemeenschap. Gert van Dijk, medisch ethicus aan het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, is het hiermee oneens. Hij verwijst naar de Grondwet, waarin staat dat iedereen recht heeft op de onaantastbaarheid van zijn of haar lichaam. „Je mag lichamen van kinderen niet religieus tekenen. De grens ligt waar de integriteit van het lichaam begint.”

Ook het thema wel of niet inenten van kinderen komt aan de orde. Cors Visser, godsdienst­socioloog en directeur van ForumC (een kennisplatform op het gebied van geloof, wetenschap en maatschappij), is van mening dat de overheid ouders niet mag verplichten hun kinderen in te enten. „Premier Rutte zei laatst: „God heeft dit lijden niet gewild.” Ik schrok hiervan. Rutte is God niet. Verplichting door de overheid is een aantasting van de geloofsbeleving en de menselijke integriteit.”

Ook ds. K. van den Broeke, voorzitter van de synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), vindt de vrijheid om het kind op religieuze gronden niet in te enten een fundamenteel recht. „Het mooie aan keuzes die zo sterk vanuit een levensbeschouwing worden gemaakt, is dat dit het religieuze gesprek in de samenleving naar een ander niveau tilt.”

Een andere vraag tijdens de conferentie is in hoeverre religieuze uitingen als een kruisje of een hoofddoek zichtbaar mogen zijn in het publieke domein. Voor moslim en PvdA-lid Yassir Houtch moet het openbare domein alle ruimte geven aan religieuze uitingen: „Nederland is een multicultureel land. Daarom moet alles worden toegestaan. Diversiteit voegt iets toe.”

Ds. Van den Broeke wijst eveneens op het belang van diversiteit. „Je ziet dat christenen terughoudend zijn om hun christelijke identiteit te tonen.”

Van Dijk meent dat mensen die de staat vertegenwoordigen, zoals rechters of trouwambtenaren, volledige neutraliteit moeten uitstralen. Volgens rabbijn Van de Kamp stelt die redenering de neutraliteit juist ter discussie: „Ik geloof juist in de onafhankelijkheid van de rechtspraak door te zeggen dat het me niet uitmaakt of de rechter rooms-katholiek, protestant of moslim is.”