Wederopstanding
1 Thess. 4:13b
„Doch, broeders, ik wil niet dat gij onwetende zijt van degenen, die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, gelijk als de anderen die geen hoop hebben.”
Jezus voer naar de hemelen en Hij zal ook wederkomen en verschijnen in Zijn heerlijkheid. Hij zal van de hemel nederdalen in onze lucht (vers 17). De verschijning zal zijn met kracht en heerlijkheid. Met een geroep, het geroep van een koning. Met de macht en het gezag van een groot koning en overwinnaar. Met de stem des archangels. Met een ontelbaar heir van engelen die Hem volgen. Wellicht zal een van hen, als aanvoerder van deze heirscharen des Heeren, het teken van Zijn nadering geven, en de heerlijke verschijning van deze grote Verlosser en Rechter aankondigen en bekendmaken met het blazen van de bazuin Gods.
Want de bazuin zal klinken. Dat zal allen doen ontwaken die in het stof der aarde slapen, en de gehele wereld oproepen om voor de Rechter te verschijnen.
Want de doden zullen opgewekt worden. Die in Christus gestorven zijn zullen eerst opstaan (vers 16), alvorens zij die levend overgebleven zijn bij de wederkomst des Heeren veranderd worden. Daardoor zullen dus zij die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren niet voorkomen degenen die ontslapen zijn (vers 15).
De eerste zorg van de Verlosser in die dag zal Zijn heiligen betreffen. Hij zal de gestorven heiligen opwekken voordat de levend overgeblevenen de grote verandering ondergaan, zodat zij die niet ontslapen zijn geen groter voorrecht zullen hebben dan zij die in Jezus ontslapen zijn.
Matthew Henry, predikant te Chester
(”Verklaring Nieuwe Testament”, 1714)