Miljoen Bosniërs slachtoffer van watersnood
SARAJEVO (ANP/RTR). Ruim 1 miljoen Bosniërs, een kwart van de totale bevolking, zijn de dupe geworden van de grootste watersnoodramp op de Balkan in meer dan een eeuw. Dat meldde minister van Buitenlandse Zaken Zlatko Lagumdzija maandag.
Ongeveer 1 miljoen Bosniërs hebben geen toegang meer tot schoon water, zei hij op een persconferentie. Ongeveer 100.000 huizen en andere gebouwen zijn onbruikbaar geworden. „De gevolgen van de overstroming zijn afschuwelijk”, vindt hij.
De schade is volgens de overheid vergelijkbaar met die van de oorlog die van 1992 tot 1995 in het land woedde. Huizen zijn ingestort of compleet onzichtbaar door de modder, bomen liggen om en in dorpen hangt een penetrante lucht van rottende dierenlijken. „Tijdens de oorlog zijn veel mensen alles kwijtgeraakt. Nu hebben ze opnieuw niets meer.”
Volgens een overheidsfunctionaris hebben zeker 500.000 Bosniërs hun huis moeten verlaten. Een dergelijk hoog aantal is niet meer voorgekomen sinds de etnische zuivering twee decennia geleden. In Servië moesten zeker 25.000 mensen hun huis uit.
Nadat rivieren buiten hun oevers waren getreden door hevige regenval, hebben meer dan 2000 aardverschuivingen plaatsgevonden. Hoewel het ergste gevaar in sommige gebieden geweken lijkt, is de situatie onder meer bij de grootste energiecentrale van Servië, net ten zuiden van Belgrado, nog niet geheel onder controle.
„De centrale zou nu veilig moeten zijn”, zei een woordvoerder van de centrale. „We hebben alles gedaan wat we konden. Het is nu in Gods handen.” De elektriciteitscentrale voorziet ongeveer half Servië van energie.
Ook Bosnië heeft nog steeds reden om zich zorgen te maken. Zo vormen oude landmijnen die van hun plek verschoven zijn, een flink risico.