Gemiddeld had vorig jaar 76,5 procent van de 20- tot 64-jarigen in Nederland een baan. Binnen de EU ligt dat percentage alleen in Zweden (79,8 procent) en Duitsland (77,1 procent) hoger. De Nederlandse werkgelegenheid neemt sinds 2008 wel jaarlijks af. In dat jaar piekte de werkgelegenheidsgraad op bijna 79 procent.

Datzelfde beeld is zichtbaar in de hele EU, waar vorig jaar 68,3 procent van de 20- tot 64-jarigen aan het werk was. In 2008 gold dit voor ruim 70 procent van die groep. De EU streeft ernaar in 2020 driekwart van de Europese bevolking aan het werk te hebben.

Duitsland vormt een uitzondering op de Europese trend. In Europa’s grootste economie groeit het aantal mensen met een baan sinds 2005 onafgebroken.

Griekenland en Kroatië scoren het slechtst op het gebied van de werkgelegenheid. Vorig jaar had slechts circa 53,5 procent van de 20- tot 64-jarigen in die landen een betaalde baan. Spanje en Italië staan ook bij de onderste vier, met een werkgelegenheidsgraad van iets minder dan 60 procent.