Ds. Markus: Het Koninkrijk van God heeft haast
UTRECHT. De zaak van het Koninkrijk van God heeft haast. Dat zei ds. A. Markus, predikant van de hervormde gemeente Delfshaven, zaterdagmorgen tijdens de beraadsdag voor ambtsdragers in de grote steden in de Jacobikerk in Utrecht.
De beraadsdag was georganiseerd door de Gereformeerde Bond. Ds. Markus hield de ambtsdragerspreek vanuit Markus 6, waar gesproken wordt van de uitzending van de twaalf discipelen. Zij kregen de opdracht niets mee te nemen.
Ds. Markus suggereerde dat daaruit de les getrokken zou kunnen worden dat christenen „meer” moeten doen. Zij moeten „meer” toewijding tonen, „meer” getuigen, „meer” leven van wat God geeft.
Deze uitleg wees hij af. „Zo moralistisch moet het niet. Voor ambtsdragers gaat het in dit gedeelte vooral om urgentie. Niets meenemen, daar spreekt vooral heel veel haast uit. Het doet denken aan de Israëlieten in Egypte. Die mochten niets meenemen, want er stond iets groots te gebeuren: de uittocht. In het Markusevangelie zit heel veel haast. Die haast is er vanwege het Koninkrijk van God.”
De twaalf discipelen kregen de macht mee om onreine geesten uit te werpen. De discipelen ervoeren daarmee iets van het bevrijdende van het Koninkrijk van God. Onreinheid staat voor rituele onreinheid, die verhindert om met God in contact te komen. Ds. Markus gaf aan dat wij het kwaad niet meer zo persoonlijk denken als in het Markusevangelie gebeurt. „Wij zien ziekte, kwaad en dood als onpersoonlijk. De tollenaar Levi was ook een onreine geest. Iemand die in onze tijd bonussen opstrijkt ten koste van zijn medemens is ook een onreine geest.”
Vervolgens kwam de Rotterdamse predikant terug op het woord ”meer” uit het begin van zijn preek. „Meer, dat is te weinig. Het Koninkrijk van God is zo radicaal, dat vraagt je helemaal. Dat geldt niet alleen voor ambtsdragers, maar ook als je moeder of loodgieter bent. Daar kunt u gerust naar vragen, als u op huisbezoek bent: Hoe dient u, in uw situatie, het Koninkrijk van God? Urgentie betekent niet dat we meer moeten doen, maar dat we dingen ánders moeten doen. Bij urgentie hoort eerder ”rust” dan ”meer”. Jezus zegt ook, als de discipelen terugkomen, dat zij rust moeten nemen.”
Ewoud Jonker, voorzitter van de kerkenraad, belichtte aan de hand van een presentatie de missionaire activiteiten van de Jacobikerk. Hij gaf aan dat ontdekt was dat missionair-zijn alles te maken heeft met „gewoon” gemeente zijn. Daarom is sinds 2004 een missionair predikant aan de gemeente van Utrecht verbonden.
Ds. A. J. Zoutendijk, predikant van de Jacobikerk, ging in op de prediking. Naar aanleiding van de vraag wat zijn preken uitwerken, had hij zijn preken onderzocht en ontdekt dat hij woorden als ”nederigheid” en ”volharding” veel gebruikt. „Het doel van mijn preken is dat mensen de volgende keer weer terugkomen. Dat ze niet afhaken. Het is niet zo gemakkelijk om christen te zijn.”
Verder benadrukte hij het belang van het gebed. „Laat ik het persoonlijk zeggen: ik word gedragen door de gebeden van anderen.”