Opinie

Commentaar: Op de arbeidsmarkt is de crisis sowieso niet voorbij

De crisis is „op zichzelf voorbij”, meldde minister Dijsselbloem van Financiën vorige week voor het oog van de televisiecamera’s. Zeker met de Europese verkiezingen op komst is het kabinet er begrijpelijkerwijs veel aan gelegen het langzaam opkrabbelen van de Nederlandse economie –wat zich inderdaad vertaalt in steeds gunstiger prognoses– uit te venten.

Hoofdredactioneel commentaar
16 May 2014 10:53Gewijzigd op 15 November 2020 10:44
Dijsselbloem. Foto ANP
Dijsselbloem. Foto ANP

Voor iedereen die de opmerking van de PvdA-bewindsman hoopvol in de oren had geknoopt, was de economische krimp die het CBS donderdag bekendmaakte, van 1,4 procent in het eerste kwartaal van dit jaar, een koude douche.

Het is de vraag of de bewindsman zijn uitspraken vorige week ook gedaan zou hebben als hij geweten had dat slechts enkele dagen nadien de grootste kwartaalkrimp sinds 2009 uit de boeken te voorschijn zou komen. Landen zoals Griekenland, Portugal, Italië; stuk voor stuk hielden ze de min in het afgelopen kwartaal meer beperkt dan wij hier.

Natuurlijk kan Dijsselbloem met recht wijzen op het feit dat de verrassend hoge dip vooral te wijten is aan verschillende incidentele effecten. Zoals een fors lagere gasverkoop als gevolg van de relatief zachte winter en het negatieve naijleffect van de zeer sterke autoverkopen van eind vorig jaar, die weer verband hielden met het aflopen van de nogal uit de hand gelopen fiscale voordeeltjes voor schone auto’s. En inderdaad, meer structureel bezien is er nog altijd sprake van aanhoudend herstel.

Toch is de voor iedereen (economen van Rabobank en ABN AMRO hadden bijvoorbeeld slechts een kleine krimp van 0,2 procent verwacht) tegenvallende economische ontwikkeling wellicht een eye-opener voor het kabinet. Het toont aan hoe broos het veelbezongen herstel feitelijk nog is. Iedere tegenvaller, en zelfs het weer, kan de economie terug in het rood doen schieten.

Niet alleen is de voorzichtige groei die Nederland in 2013 wist te realiseren door de donderdag gepresenteerde min in één klap alweer verdampt, belangrijk is ook de notie dat het herstel zich nog altijd niet wil manifesteren in een verbetering op de arbeidsmarkt.

Sterker, op de zakelijke dienstverlening na daalt het aantal banen in alle bedrijfstakken nog altijd sterk.

In het laatste kwartaal gingen er in totaal 32.000 banen verloren. In de afgelopen vier kwartalen waren dat er opgeteld zelfs 112.000. Doordat tegelijkertijd vooral jongeren zich –al dan niet gedesillusioneerd– afwenden van de arbeidsmarkt, komt die dalende werkgelegenheid slechts zeer afgezwakt tot uiting in de beperkt stijgende werkloosheidscijfers.

Zeker de man in de straat zal de crisis pas als „voorbij” beschouwen als de werkgelegenheid niet 
langer afneemt. Bewindspersonen, en zeker een minister namens de Partij van de Arbeid, doen er daarom goed aan niet prematuur de vlag uit te steken. Nu het kabinet keer op keer met de mond belijdt de bestrijding van de werkloosheid te zien als zijn belangrijkste prioriteit, kan het het sein ”brand meester” beter laten afhangen van een keerpunt op de arbeidsmarkt.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer