Onthutsende cijfers over onkerkelijkheid
Titel:
”Kerken, sekten en wereldgodsdiensten”, onder redactie van drs. I. A. Kole en drs. H. G. Leertouwer
Uitgeverij: Groen, Heerenveen, 2001
ISBN 90 5829 193 6
Pagina’s: 348
Prijs: € 29,50. Al meer dan twintig jaar geleden verscheen de eerste versie van ”Kerken, sekten en wereldgodsdiensten”. De vernieuwde versie verschijnt omdat er in het laatste decennium van de twintigste eeuw veel is veranderd op religieus terrein.
Het boek ”Kerken, sekten en wereldgodsdiensten” bestaat uit zes delen. Het eerste deel beschrijft de kerken. Allereerst noemen de auteurs de cijfers over kerken en onkerkelijkheid. Dat zijn met recht onthutsende cijfers! Als je de percentages bekijkt van de Nederlandse bevolking naar kerkelijke gezindte zie je dat het aantal kerkelijk meelevenden de laatste decennia sterk is afgenomen. Om een voorbeeld te noemen: in 1879 was nog meer dan de helft van de Nederlanders hervormd. In 1999 is dat percentage nog 8 procent. In 1997 is het aantal mensen dat niet behoort tot een kerkgenootschap in drie provincies al meer dan 50 procent.
De auteurs proberen, zo schrijven ze, in het eerste deel zo eerlijk mogelijk weer te geven wat de kerken onderscheidt. Hierin zijn ze mijns inziens geslaagd. Veertien kerkgenootschappen worden beschreven. Een korte beschrijving informeert ons over dat wat elk kerkgenootschap typeert. De reis door de geschiedenis van deze kerkgenootschappen confronteert de lezer met veel afscheidingen. Ik ben het eens met de auteurs dat dit een triest en beschamend beeld is.
Sekte
Bewegingen en sekten komen in het tweede deel aan de orde. Dit deel begint met een begripsbepaling: moeten we spreken over beweging of sekte? Het woord ”sekte” wordt gehandhaafd. Met schoon schijnende namen hebben verschillende sekten al zoveel kwaad weten te camoufleren, dat het goed is om in ons spraakgebruik tot uiting te laten komen waarmee we te doen hebben. Bij ”bewegingen” is meer plaats voor de Bijbel en vinden we geen geestelijke of lichamelijke dwang, die we bij sekten wel vinden. Sekten en bewegingen hebben de kritische houding die ze aannemen tegenover de bestaande kerken met elkaar gemeen. Dat komt duidelijk naar voren in de manier waarop de bewegingen en sekten in dit deel beschreven worden. Er is gekozen voor een wijze waarin de kritiek op de kerk steeds feller wordt. De schrijvers richten de blik ook naar binnen. Het is niet juist alleen afwijzend te staan ten opzichte van sekten en bewegingen, het is noodzakelijk dat wij ons afvragen hoe het komt dat er sekten en bewegingen ontstaan zijn.
Kerk en Israël, zending en evangelisatie vormen de inhoud van het derde deel, terwijl in de volgende delen aandacht wordt besteed aan de wereldgodsdiensten, oosterse bewegingen en het geestelijk klimaat - in de inhoudsopgave staat dit niet correct.
De auteurs zijn erin geslaagd een boek te schrijven dat op een heldere en duidelijke wijze informeert over wat zich op religieus terrein voordoet. In het ”Woord vooraf” lezen we dat het boek ook uitstekend dienst kan doen als een handboek voor leerlingen. Dit boek achten we zeker voor dit doel geschikt.
Vragen
Twee vragen kwamen bij het lezen naar boven. Ten eerste: een van de doelgroepen is het onderwijs. Zou het dan niet de voorkeur hebben bepaalde woorden en zaken te verduidelijken, juist omdat er bij jongeren -en bij ouderen- zo weinig kennis is. Met een voorbeeld wil ik dit toelichten. Er wordt gezegd: „Het roomse karakter van de katholieke kerk kwam in de Middeleeuwen tot ontplooiing, vooral door het theologisch werk van Thomas van Aquino” (blz. 17). Weten alle leerlingen wie Thomas van Aquino is en wat zijn schema van natuur en bovennatuur inhoudt?
In de tweede plaats: de inhoud van het boek is zeker geschikt voor het onderwijs. De leerkrachten die het boek op school gaan gebruiken, moeten echter zelf wegen zoeken om het materiaal op een didactisch verantwoorde manier te verwerken. Om de toegankelijkheid te bevorderen, zou op z’n minst een handleiding voor de leerkracht moeten verschijnen, of een werkboek. Dit boek, dat we hartelijk aanbevelen, zou dan nog meer tot zijn recht komen.