Binnenland

Spakenburgse botters blijven varen

Elkaar bekampende rond- en platbodems: ze zijn voor het dertigste jaar te zien op het Eemmeer en het Nijkerkernauw. De zogeheten Darpcompetitie in Bunschoten-Spakenburg is weer in volle gang. Maar ondanks alle aandacht voor het evenement bestaan er zorgen. De bottervloot dreigt, onder meer door vergrijzing van de schippers en de hoge kosten, in het nauw te komen.

André Bijl
15 May 2014 18:57Gewijzigd op 15 November 2020 10:43
De bottervloot van Spakenburg vaart ieder jaar uit voor een competitie. beeld André Bijl
De bottervloot van Spakenburg vaart ieder jaar uit voor een competitie. beeld André Bijl

Het is even na zeven uur ’s avonds. Op hun gemak kuieren Spakenburgers naar het uiterste puntje van de Oude Haven. Handen diep in de zakken; mutsen op, want het is fris. „We komen hier elke dinsdagavond om de start te zien. Daarna gaan we de vaat doen en als de botters straks binnenlopen, gaan we weer kijken”, vertelt een echtpaar van middelbare leeftijd.

Iets verderop staan de kenners. „Er staat een lekker briesje. Heerlijk zeilweer. Eigenlijk horen we mee te doen. We hebben zelf een botter. Maar die zijn we nog aan het opknappen. We hebben een beetje verkeerd getimed afgelopen winter, maar als-ie klaar is, zullen we ze wat laten zien.”

Exact kwart over zeven gaat de toeter en kiezen de schepen het ruime sop. Een deel van de toeschouwers gaat naar huis. De fanatiekelingen gaan op de fiets of met de auto de dijk op. Vanaf de Westdijk volgen ze met verrekijkers het verloop van de wedstrijd. De tactiek wordt besproken, anekdotes uit een roemrijk verleden worden opgehaald en de commentaren liegen er niet om. „Die bakt er niks van; die ligt compleet aan lager wal.” Maar ook: „Moet je die lemsteraak zien, die gaat voor de wind.”

Fles Beerenburg

„Darp is Spakenburgs voor dorp, maar het is ook de afkorting voor de Dinsdagavond Rond- en Platboom­competitie”, vertelt Pieter de Vos, al jaren medeorganisator van het evenement. De competitie bestaat uit 21 wedstrijden, gehouden op evenveel dinsdagavonden.

De windsterkte bepaalt welke van de 27 uitgezette banen wordt gevaren. Uiteindelijk bepalen de beste veertien resultaten de eindstand. Het gaat vooral om de eer: de hoofdprijs is vanouds een fles Beerenburg.

Botters, aken, grundels, tjalken, schouwen en hoogaarzen van schippers uit Spakenburg en omliggende plaatsen bekampen elkaar op het scherp van de snede. „Ze zijn vreselijk fanatiek, maar dat is van alle tijden. Rond 1900 hielden schippers al wedstrijden op de Zuiderzee en ook toen ging het er al fors aan toe”. zegt De Vos.

De Darpcompetitie is in het leven geroepen om het historisch besef van de Spakenburgers te vergroten. Daarnaast is de competitie bedoeld om de boten in de vaart te houden en de vaarkunst van de schippers op een hoger niveau te brengen.

„Iedereen vaart vooral voor de lol. Saamhorigheid en plezier staan voorop. Even eruit zijn, je hoofd leegmaken. Bedenk wel: aan de gemiddelde botter zit 10.000 euro aan onderhoud per jaar. Die schepen zijn varende monumenten. Voor de crisis brachten ze tussen de 60.000 en de 120.000 euro op. Nu is dat minder geworden. Eigenlijk wat de gek ervoor geeft. Maar de kosten zijn hetzelfde gebleven. Om die te dekken, worden de schepen verhuurd. Op dinsdagavond varen de schippers voor hun plezier.”

Vergrijzing

Spakenburg heeft de grootste vloot van platbodems in het land. Ooit lagen er een paar duizend botters in de havens rond het IJsselmeer. „Nu zijn er nog zestig van over en meer dan de helft daarvan ligt in de haven van Spakenburg.”

Maar volgens De Vos moet het dorp op zijn tellen passen. „Elburg, Huizen en Volendam proberen onze positie over te nemen. Zij komen op, bij ons dreigt het door de vergrijzing minder te worden. De jeugd neemt het nog niet over van de oudere garde.”

Vandaar dat het recente besluit om het havengeld voor botters van 800 euro naar 1400 euro per jaar te verhogen, slecht getimed is; zeker voor degenen die meerdere schepen in bezit hebben. Volgens De Vos –ook raadslid– krijgen de eigenaren de prijsstijging via een hogere subsidie terug. „Maar dat gebeurt pas aan het eind van het seizoen. Ze moeten het geld eerst voorschieten. We denken al na over maatregelen om eigenaren tegemoet te komen. Ze mogen hier niet de dupe van worden.”

Hommeles met Urk

Er zijn meer initiatieven om de Spakenburgse bottervloot nieuw leven in te blazen. Sinds een paar jaar wordt de Koster tot Kapelaan-race gevaren tussen Spakenburg en Volendam. Dat gaat goed, zegt De Vos. „Spakenburg is gereformeerd, Volendam voornamelijk rooms. Met Urk was het altijd hommeles, maar Spakenburgers en Volendammers kunnen het goed met elkaar vinden.”

Voor hem lijdt het geen enkele twijfel. „Spakenburg heeft door die botters een unieke uitstraling. Dat moet zo blijven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer