Kerk & religie

„Goede raad voor studenten theologie”

Theologie studeren is een riskante bezigheid. Goed dus dat er boeken geschreven worden om studenten de weg te wijzen.

Willem van Klinken
15 May 2014 15:20Gewijzigd op 15 November 2020 10:43

Theologiestudenten vormen een bijzondere groep. Niet omdat ze denken dat God hen roept voor een bijzondere taak. Ook niet omdat ze bijzonder veel weten over de Bijbel en het christelijk geloof. Het probleem van de theologiestudent is dat al die kennis een bijzondere bedreiging vormt. „Theologie studeren is gevaarlijk”, zoals de eerste zin van ”How to Stay Christian in Seminary” zegt.

Het boekje –klein formaat, tachtig bladzijden– is geschreven door David Mathis en Jonathan Parnell. Beiden werken ze voor Desiring God, de organisatie die het gedachtegoed verspreidt van John Piper – hij schreef een voorwoord. In de inleiding van het boekje leggen Mathis en Parnell uit wat theologie studeren zo gevaarlijk maakt. Ze bedoelen niet de confrontatie met de Schriftkritiek, want beiden studeerden ze aan Bijbelgetrouwe opleidingen.

Kort gezegd is het probleem met theologie studeren dat al de kennis die je opdoet maar langzaam doordringt in je hart en je leven. Of anders gezegd, wie iets bestudeert, moet er afstand van nemen om het goed te kunnen bekijken. Op een afstandje kijken naar wat je lief en dierbaar is, is een gevaarlijke bezigheid. Het hoofd raakt dan gemakkelijk los van het hart. De grootste opgave voor theologiestudenten is dus om wat ze leren over God echt te laten doorwerken in hun leven.

Mathis en Parnell willen daarbij helpen. In zeven korte hoofdstukken, meditaties bijna, geven ze evenzoveel aanwijzingen om „het hart te behoeden” (Spr. 4:23). De eerste daarvan is heel verrassend: Schrijf voor jezelf op wat je studie te maken heeft met de eer van God. Formuleer dit als een ”mission statement” en houd dit –ook letterlijk– in alles van de studie voortdurend voor ogen. Het klinkt Amerikaans (het kantoor van Facebook wordt als voorbeeld genoemd), maar het zou weleens een aanpak kunnen zijn met een heel geestelijke uitkomst.

Het boekje benadrukt het belang van blijvende verwondering over Gods genade. De auteurs noemen het voorbeeld van John Newton, de slavenhandelaar en atheïst die door Gods genade predikant werd en altijd de diepe verwondering en vreugde hield dat God hém had gered. Ze wijzen ook heel terecht op het belang van de persoonlijke omgang met God in Bijbellezen en gebed. Theologiestudenten hebben net zo goed het „alledaagse christendom” nodig als degenen die ze er later in moeten onderwijzen. En nergens kan een theologiestudent dat beter leren dan in zijn eigen huwelijk en gezin, die dan ook prioriteit moeten hebben.

De korte hoofdstukjes vragen erom om rustig overdacht te worden. Iedere theologiestudent zou het tijdens zijn studie geregeld moeten herlezen. Wie zelf geen theologie studeert, kan eruit leren hoe je voor theologiestudenten kunt bidden. Of voor de eigen predikant, want de genoemde gevaren bedreigen theologen levenslang.

Het is jammer dat de auteurs slechts in het voorbijgaan noemen hoe belangrijk het is om actief betrokken te zijn bij een kerkelijke gemeente, die ook steun kan bieden. Het boekje is ook beperkt in de zin dat het alleen over de student gaat, niet over de studie zelf. In dat opzicht biedt ”A Little Book for New Theologians” –nog kleiner formaat, maar anderhalf keer zo dik– van Kelly M. Kapic een goede aanvulling.

Kapic benadrukt eveneens dat theologie een zaak is van hoofd én hart. In feite doet Kapic niets anders dan de manier waarop de christelijke theologie eeuwenlang is bedreven weer voor het voetlicht halen. Goede theologie maakt gelovig gebruik van de rede, wordt gekenmerkt door een biddend studeren, leidt tot nederigheid en bekering, is gericht op de christelijke traditie en gemeenschap, en heeft een diepe liefde voor het Woord van God.

Bijzonder mooi is het hoofdstuk ”Lijden, gerechtigheid en het kennen van God”. De Bijbel laat zien dat God bijzondere aandacht en zorg heeft voor de armen, zwakken en behoeftigen. Theologen die bij al hun spreken over God de kwetsbaren, armen en onderdrukten vergeten, verdienen de naam theoloog niet. Ze zijn vergeten hoe arm ze zelf zijn. Zoals Luther schreef: „Wij zijn bedelaars.”


Boekinfo

How to Stay Christian in Seminary, David Mathis en Jonathan Parnell; uitg. Crossway, Wheaton, 2014; ISBN 978 1 4335 4030 1; 
80 blz.; $ 7,99.

A Little Book for New Theologians, Kelly M. Kapic; uitg. IVP Academic, Downers Grove, 2012; ISBN 978 0 8308 3975 9; 126 blz.; $ 8,-.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer