CGB adviseert nú niet te breken met PKN
Het hoofdbestuur van het Confessioneel Gereformeerd Beraad (CGB) adviseert de plaatselijke kerken, in het bijzonder zij die zich hebben aangesloten bij het Beraad van Confessioneel Gereformeerde Kerken (BCGK), het kerkverband van de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) nú niet te verlaten. Dat meldt het hoofdbestuur nadat het afgelopen vrijdag een extra vergadering had belegd.
Het CGB heeft vorige week woensdag een gesprek gehad met het moderamen van de generale synode van de GKN.
De organisatie adviseert de plaatselijke kerken gebruik te maken van de in overgangsbepaling 34 geboden overgangstermijn. Deze biedt gereformeerde kerken de mogelijkheid om tot 1 mei 2009 als kerk onder de voorwaarden van artikel 43 van de kerkorde van de GKN de Protestantse Kerk in Nederland alsnog te verlaten. Deze termijn is door de triosynode onder bepaalde voorwaarden verlengd tot 1 mei 2014. „De gereformeerde synode heeft ons verzekerd, dat het werk van de commissies van bijzondere zorg deze mogelijkheid niet feitelijk onmogelijk zal maken”, aldus het CGB in een persverklaring.
Het beraad heeft een vijftal ijkpunten opgesteld op grond waarvan de komende tien jaar een definitieve afweging wordt gemaakt: 1. Zijn de algemene en bijzondere belijdenisgeschriften voldoende richtinggevend voor het belijden van de Protestantse Kerk? 2. Wordt de verantwoordelijkheid van de kerkenraad voor het plaatselijke inhoudelijk en financieel beleid gerespecteerd door classis, synode en colleges? 3. Zal de plaatselijke kerk in de praktijk de financiële mogelijkheden behouden om gereformeerde kerk te blijven c.q. houdt de kerkenraad de verantwoordelijkheid voor het eigen beheer binnen de grenzen van een verantwoord financieel beheer? 4. Zullen de quoteringsregeling en de regeling voor predikantstraktementen en -pensioenen budgetneutraal uitwerken voor de Gereformeerde Kerken? En zullen met name de kleinere kerken niet het slachtoffer worden van de interne verschuivingen? 5. Is het beleid van de dienstenorganisatie voldoende aansprekend en zal ook de confessioneel-gereformeerde inbreng wat betreft vrijwilligers en betaalde krachten voldoende zichtbaar zijn?
In mei 2006 en mei 2008 zal het CGB de kerken zijn bevindingen wat betreft deze ijkpunten bekendmaken, vergezeld van een advies aan de kerken deel uit te blijven maken van de PKN of deze alsnog te verlaten. Zo nodig zullen meer momenten tot 2014 worden uitgekozen waarop het CGB een beoordeling van het beleid van de PKN en de praktische uitwerking van haar kerkorde zal geven.
Het CGB blijft bij het bezwaar dat in de PKN niet meer de Drie Formulieren van Enigheid, maar de kerkorde het akkoord van kerkelijk samenleven vormt. „Hierdoor zal de PKN, evenals de kerken waaruit zij is ontstaan, niet meer in al haar delen voluit en eenstemmig Christusbelijdend zijn, maar een pluraal kerkverband.”
Op het punt van de financiële lasten vanwege bovenplaatselijk werk en de predikantstraktementen heeft de synode toegezegd dat de overgang naar de PKN „budgetneutraal” zal verlopen. Er zou geen kaalslag komen in het betaalde pastorale werk. Het CGB blijft echter bij zijn mening dat de huidige plannen in een andere richting wijzen dan de toezeggingen. „Maar of deze vrees gerechtvaardigd is, moet de toekomst uitwijzen.”
Het CGB zal zich binnen de PKN als een modaliteit opstellen en daarom de activiteiten van het BCGK „met kracht uitbouwen.” De organisatie blijft intensief contact onderhouden met kerken en kerkleden die haar doelstelling onderschrijven. „Dit betreft zowel de kerken die binnen de PKN functioneren als de kerken die eventueel kiezen voor een nieuw of ander kerkverband. Wij hechten eraan te benadrukken dat wij voor deze laatste keuze begrip kunnen opbrengen en die respecteren.”
Bij deze laatste groep gemeenten hoort Bergambacht. Deze stapte onlangs uit het ”Giessenburg-overleg”, een beraad van drie bezwaarde kerken: Bergambacht, Noordeloos en Nieuw-Vennep. De predikant van Bergambacht, dr. P. J. van Midden, meldde maandagmorgen desgevraagd dat zijn gemeente „een eigen weg” gaat omdat het in appèl gaan bij de synode geen zin meer heeft. De kerk gaat zich samen met andere bezwaarde gemeenten op 10 januari in Ermelo bezinnen op stappen die ondernomen moeten worden. „We laten alles nog open omdat de weg voor ons nog niet helder is”, aldus dr. Van Midden.
De gereformeerde synodepreses ds. J. G. Heetderks zegt in een reactie blij te zijn dat het CGB de kerken adviseert hun plaats in te nemen in de PKN. „Het is terecht dat men het kerkzijn in de verenigde kerk kritisch wil volgen; al had ik ook gehoopt, nu tot vereniging besloten is, dat het CGB iets minder defensief en met meer vertrouwen tegenover de verenigde kerk zou staan. Ik wil nogmaals benadrukken dat niet de kerkorde het akkoord van kerkelijk samenleven van de drie SoW-kerken vormt, maar dat de kerken elkaar gevonden hebben rondom het centrum, de belijdenis van Christus. Dat is in 1986 in de verklaring van overeenstemming nadrukkelijk uitgesproken en daarna in de kerkorde uitgewerkt.”