Kerk & religie

Prof. Koffeman: Kerkrecht heeft ten onrechte negatief imago

AMSTERDAM. Kerkrecht is niet de populairste tak van de theologie, stelt prof. dr. L. J. (Leo) Koffeman. „Geen discipline is zo onderworpen aan misverstanden. Ze wordt vaak verbonden met de macht van het instituut. Ten onrechte, want haar spits is juist oecumenisch en missionair.”

Klaas van der Zwaag
13 May 2014 21:31Gewijzigd op 15 November 2020 10:40
Prof. dr. L. J. Koffeman. beeld PThU
Prof. dr. L. J. Koffeman. beeld PThU

Prof. Koffeman schrijft dat in ”Protestant Church Polity in Changing Contexts” (Lit Verlag, Münster, twee delen), een bundel met bijdragen van een internationaal congres over de kerkorde dat in 2011 in Utrecht werd gehouden. Kerkrechtdeskundigen uit Zuid-Afrika, Noord-Amerika, Indonesië en Nederland beschrijven de verschillende facetten van kerkrecht en kerkorde in de landen waar zij werkzaam zijn.

Voor de term ”church polity” werd gekozen omdat ”church law” in bepaalde landen associaties oproept met de sharia die regels voorschrijft voor heel de samenleving, aldus prof. Koffeman, voorzitter van het organiserend comité en hoogleraar kerkrecht en oecumene aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). In Amerika is het begrip ”church polity’ ingeburgerd, Duitsers kennen het woord ”Kirchenrecht”, dat vooral op de juridische aspecten focust. In ieder geval gaat het om de manier waarop de kerk zich als instituut organiseert aan de hand van een eigen kerkorde.

In de bundel komt ook de Dordtse Kerkorde (DKO) aan de orde. Prof. dr. F. A. van Lieburg (Amsterdam) betoogt in zijn bijdrage dat de nationale autorisatie van de DKO, vastgesteld op de Synode van Dordrecht, door de Staten-Generaal totaal is mislukt. Onder leiding van Abraham Kuyper werd de DKO tot ‘huisregel’ van de kerk als vrije geloofsgemeenschap, nauw verbonden met de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. Deze laatste werd door Kuyper tot de status van confessionele standaard verheven. „Sinds 1878 spreken we dan consequent van de Drie Formulieren van Enigheid.”

Theologisch

Prof. dr. A. le R. du Plooy, hoogleraar kerkgeschiedenis aan de North-West University in Potchefstroom (Zuid-Afrika), bepleit een theologische benadering van kerkrecht. In het verleden is er spanning ontstaan tussen de structuur en de boodschap van de kerk, wat geleid heeft tot een eenzijdige spiritualistische en sociologische benadering van de kerk.

De kerk heeft volgens De Plooy een uniek karakter als het Lichaam van Christus, een benaming die door geen enkele gemeenschap gebruikt kan worden. „Het is Christus Die de kerk regeert door zijn Woord en Geest. Kerkrecht is meer dan een bezinning op de kerk als instituut, het is gericht op de voortgang van het Koninkrijk van God in harten van mensen en in de wereld.”

Prof. Koffeman staat eveneens een theologische benadering van kerkrecht voor. Zijn bijdrage gaf hij de titel ”De donkere zijde van het goede nieuws?”, een verwijzing naar het controversiële karakter van kerkrecht. „Er is een wijdverbreide argwaan tegen instituten, kerkelijke structuren, met name de bovenplaatselijke verbanden.” Daar is soms reden voor, geeft hij toe, omdat instituten niet happig zijn op verandering en conservatisme en bureaucratie het kerkelijk leven bedreigen. Ook is het besteden van te veel energie aan interne kerkelijke kwesties ten koste gegaan van de rol van de kerk 
in de samenleving en de werfkracht ten opzichte van degenen buiten de kerk. Koffeman bepleit een internationale en interdisciplinaire bezinning op zowel de inhoud als de methodiek van kerkrecht.

Is kerkrecht aan de theologische opleidingen echt ondergewaardeerd?

„In veel landen en kerken wordt kerkrecht als vak niet of nauwelijks serieus genomen. Duitsland is een uitzondering, maar dat heeft vooral te maken met de juridische positie van de kerk: die is daar een publiekrechtelijk lichaam. In Nederland heeft kerkrecht aan de openbare theologische faculteiten nooit een rol gespeeld. Het hoorde per definitie bij de door de kerk verzorgde vakken. Aan de bijzondere universiteiten, zoals Apeldoorn, Kampen, de PThU en de VU, ligt het vanouds anders: zij kennen een leerstoel voor kerkrecht. Maar binnen het protestantisme is er wereldwijd sprake van een gebrekkige theologische aandacht voor de kerk en dus ook voor het kerkrecht. Ik ben in zoverre optimistisch dat de oecumenische bezinning op de kerk aan kracht lijkt te winnen.”

Waarom is kerkrecht zo belangrijk?

„Het belang van kerkrecht ligt uiteindelijk in de dienst aan de voortgang van het Evangelie. 
Het gaat er niet alleen om dat daarvoor iets van structuur en organisatie nodig is, maar de manier waarop je de kerk organiseert, zegt ook iets. Waar organisatie is, daar is altijd sprake van macht. Maar het gaat erom dat 
je het zo regelt dat die macht werkelijk dienend is en niet de boodschap van het kruis, de onmacht van God ten top, weerspreekt.”

De kerk als instituut heeft de wind niet mee. Welke waarde hebben kerkelijke structuren en landelijke verbanden?

„Misschien is het wel goed dat het instituut de wind niet mee heeft. Nu de vanzelfsprekendheid van de structuren is verdampt, komen de kernvragen vanzelf op tafel. De belangrijkste vraag mag nooit zijn hoe we voldoende ambtsdragers vinden, maar wat nodig is voor de voortgang van het Evangelie. En dat is plaatselijk, bovenplaatselijk, landelijk en zelfs wereldwijd.

Zolang ik aan mijn volstrekt buitenkerkelijk opgegroeide tennismaatje niet kan uitleggen waarom ik niet samen met kardinaal Eijk de maaltijd van de ene Heer kan vieren, of waarom we plaatselijk in Amersfoort zo veel verschillende kerkgenootschappen hebben, is het geen wonder dat het Evangelie er niet geloofwaardiger op wordt. Dat zou ons veel onrustiger moeten maken.”


Lees ook:

Samenleving beïnvloedt kerkorde

„Kerkrecht kun je nooit loskoppelen van theologie”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer