Dr. De Vries: Heilige onwetendheid siert christen
De aanvaarding van het gezag, de inspiratie en de eenheid van de Schrift is uiteindelijk een zaak van geloof. Dat wil echter niet zeggen dat er geen argumenten voor kunnen worden aangevoerd. Het geloof sluit de rede niet uit, maar geeft de rede een plaats in dienst van het geloof.
Bij Broadman & Holman Publishing Group, de huisuitgeverij van de Southern Baptist Convention in de Verenigde Staten, verscheen onlangs een breed opgezette verdediging van het gezag en de inspiratie van de Bijbel. De meeste bijdragen zijn van de hand van zuidelijke baptisten. De Southern Baptist Convention heeft tal van bekwame Bijbelwetenschappers binnen haar gelederen die zonder enige reserve de onfeilbaarheid van de Bijbel als het Woord van God belijden.
”In Defense of the Bible” is gericht op de geïnteresseerde leek. Argumenten tegen het gezag en de betrouwbaarheid van de Bijbel worden aan de orde gesteld en op bekwame wijze weerlegd. Vanuit meerdere gezichtspunten worden het gezag en de inspiratie van de Bijbel aan de orde gesteld: methodologisch, filosofisch, tekstueel, historisch, ethisch, wetenschappelijk en theologisch.
Tegenover de postmoderne zienswijze dat de uitleg en het verstaan van de Bijbel uiteindelijk subjectief zijn, benadrukt Richard B. Melick jr. dat het mogelijk is de betekenis die de auteur of redacteur van een Bijbelboek bedoelde, op het spoor te komen. We moeten de Bijbelboeken uiteindelijk lezen in de wetenschap dat achter de menselijke auteurs de ene goddelijke Auteur staat, zegt hij. Dat rechtvaardigt de zienswijze dat christenen vanuit de voltooide nieuwtestamentische openbaring duidelijker zicht hebben op de bedoeling en de scopus van de oudtestamentische openbaring dan de oudtestamentische schrijvers. Wij zien wel beter dan zij, maar wij zien geen andere dingen.
De Schrift vraagt aan de lezer om een antwoord. Echte Schriftuitleg kan dan ook nooit zonder toepassing. Juist dat laatste maakt duidelijk dat intellectuele kennis nooit afdoende is om de diepste zin van de Schrift te verstaan. Mensen hebben de vernieuwende en verlichtende werking van Gods Geest nodig.
Natuurwetenschap
Van geen enkel geschrift zijn zo veel handschriften bewaard als van de Bijbel. Dat geldt zowel voor het Oude als voor het Nieuwe Testament. Dat mag onderstreept worden tegenover hen die zich afvragen in hoeverre de Bijbel qua tekst op een betrouwbare wijze tot ons is gekomen. De talrijke verschillen binnen de handschriften (dat speelt veel meer voor het Nieuwe dan voor het Oude Testament) hebben voor het overgrote deel met spelling te maken of zijn zeer gemakkelijk te begrijpen overschrijffouten. Ook de gevallen die dan nog overblijven, leiden er niet toe om ook maar één aspect van de Bijbelse boodschap bij te stellen. Met name het Oude Testament is zeer nauwkeurig overgeleverd.
Door de vondsten uit Qumran en ook andere vondsten in de woestijn van Judea is toegang gekregen tot oudtestamentische handschriften die ruim 1000 jaar ouder waren dan de tot dan toe bekende. Uit de vondsten in de woestijn van Judea bleek dat de zogenaamde Masoretische tekst die uit de middeleeuwse handschriften bekend was, reeds vóór het begin van de christelijke jaartelling dominant was. Verschillen tussen de Masoretische tekst en andere teksttypen zijn voor wetenschappers zeer interessant, maar slechts in een enkel geval is er reden om van de Masoretische tekst af te wijken. Het belang ligt veel meer op het terrein van het verstaan van de Bijbeltekst.
Ten onrechte wordt nogal eens de indruk gewekt dat de Bijbel en wetenschap op gespannen voet met elkaar staan. Het is historisch aantoonbaar, zo laat William Dembski zien, dat juist de Bijbelse zienswijze dat de wereld door God geschapen en aan Hem onderworpen is, een krachtige stimulans is geweest voor de ontwikkeling van de natuurwetenschap.
Er is een aantal terreinen waarop het niet zo eenvoudig is om de overstemming tussen de Bijbel en wetenschap te laten zien. Dat aantal is echter beperkter dan menigeen denkt. Daarbij komt dat wetenschappelijke modellen een voorlopig karakter dragen en het een christen niet ontsiert om op bepaalde gebieden een heilige onwetendheid te belijden.
Canon
De christelijke kerk heeft vanouds de eenheid van de Bijbel en het Bijbelse getuigenis beleden. De profetische geschriften van het Oude Testament en de apostolische geschriften van het Nieuwe Testament vormen samen het ene Woord van God. Paul D. Wegner, Terry L. Wilder en Darrel L. Bock gaan in op de vraag of christenen de juiste canon hanteren, terwijl Craig A. Blaising de tegenwoordig in de Bijbelwetenschap wijdverbreide zienswijze bespreekt en weerlegt dat de Bijbel elkaar tegensprekende theologieën bevat.
Blaising start in de kerkgeschiedenis. Omdat de gnostici het Oude Testament niet met het Nieuwe Testament konden verenigen, verwierpen zij het Oude Testament. De Vroege Kerk was er echter van overtuigd dat het Oude en het Nieuwe Testament één boodschap bevatten. Men erkende die nieuwtestamentische geschriften als canoniek, die zowel qua oorsprong als inhoud apostolisch waren. Dat een geschrift niet-apostolisch kon zijn en toch canoniek, werd voor onmogelijk gehouden.
In de tijd van de verlichting kwam de Schriftkritiek op. De kerk heeft de eenheid van de nieuwtestamentische geschriften, die zij metterdaad bezitten, altijd onderkend. Daarvoor kunnen tal van argumenten worden aangevoerd. Acceptatie ervan is meer dan alleen een wetenschappelijke zaak, en bovenal een zaak van geloof. Het betekent namelijk ook dat je de goddelijke inspiratie van deze geschriften erkent. Die erkenning wordt door de Heilige Geest bewerkstelligd.
”In Defense of the Bible” biedt meer dan ik in deze boekbespreking kan aangeven. Wie meer wil weten, doet er goed aan dit boek aan te schaffen. Temeer omdat ik in het Nederlandse taalgebied niet een gelijkwaardig boek over het gezag van de Bijbel zou kunnen aanwijzen.
Boekgegevens
In Defense of the Bible, Steven B. Cowan en Terry L. Wilder (red.), Broadman & Holman Publishing Group, Nashville 2013; ISBN 978 1 4336 7678 9; 490 blz.; $ 34,99.