Zweedse christen-democraten onthoofd verder
STOCKHOLM - De Zweedse christen-democraten verenigd in de partij Kristdemokraterna (KD) moeten na dertig jaar op zoek naar een nieuwe leider. Partij- en fractievoorzitter Alf Svensson geeft er de brui aan. Hij is nog relatief jong -65 jaar- en niemand wil hem weg hebben, maar Svensson vindt het zelf welletjes. „Mensen treden toe tot de partij, leven en sterven, terwijl ik maar doorga. Dat is niet redelijk”, zo lichtte de christen-democraat zijn afscheid toe. Een opvolger is er nog niet, maar de KD staat nu wel voor het blok. Het eigen dagblad van de partij -Kristdemokraten (de Christendemocraat) geheten- meent in een hoofdartikel naar aanleiding van Svenssons vertrek, dat hij een vacuüm achterlaat en dat zoiets slechts één doel dient: om te worden opgevuld.Tegelijkertijd erkent de commentator dat de partij op de drempel staat van een nieuw tijdperk, waarvan nog maar moet worden afgewacht of dat net zo veel politieke oogst zal opleveren als onder Svensson. „Zijn aanpak is uniek en christen-democraten zullen hem in de partijhistorie altijd een plaats toekennen die door niemand zal kunnen worden geëvenaard.”
Riekt dit niet naar persoonsverheerlijking? Dat valt mee. De commentator ziet ook in dat je niet altijd aan de macht kunt blijven en dat er genoeg kandidaten beschikbaar zijn om hem op bekwame wijze te vervangen. Los daarvan: veel invloed op het landsbestuur heeft de KD niet gehad. De partij is daarvoor niet alleen te klein gebleven, maar zat ook meestal in de oppositie, tot op de dag vandaag. De Zweedse politiek wordt bijna altijd bepaald door de sociaal-democraten. Deze sociaal-democratische dominantie is een probleem voor alle andere partijen, niet alleen voor de KD. Er kan zo geen partijkader met regeringservaring worden opgebouwd, laat staan dat die ervaring wordt overgedragen op de jongere garde. Op die manier blijft men steken in ideeën, terwijl de sociaal-democraten juist armer worden aan ideeën, zo analyseerde op zijn beurt het links-liberale dagblad Dagens Nyheter ter gelegenheid van Svenssons vertrek.
Hoe dan ook, een niet te loochenen feit is dat Alf Svensson de afgelopen drie decennia niet alleen een dik stempel op de partij heeft gezet, maar ook de partij zelf van een onbeduidende splinter zonder invloed heeft gemaakt tot een gevestigde groepering met 33 leden in het 349 tellende parlement. Daarmee heeft de KD in de Rijksdag de op vier na grootste fractie, en dat ondanks de fikse klap die zij opliep bij de jongste verkiezingen in 2002. Toen verloor de partij elf zetels, maar ze is nog wel steeds sterker vertegenwoordigd dan bij haar debuut in het parlement in 1991. De KD kwam in dat jaar voor het eerst de Rijksdag binnen met 26 zetels. Een groot succes voor Svensson na bijna twintig jaar voorzitterschap. Svensson werd meteen ook minister van Ontwikkelingssamenwerking in een middenrechts kabinet. Door het electoraat werd dat echter niet beloond. Bij de eerstvolgende stembusronde in 1994 leverde de KD net als vorig jaar weer elf zetels in.
Ondanks het gejojo van de kiezers kan wel worden geconstateerd dat de KD niet meer is weg te denken uit de politiek en dat ze kennelijk een forse vaste aanhang heeft.
De KD is onder Svensson dan ook een typische volkspartij geworden, die graag deel wil uitmaken van de Europese christen-democratische familie. Sinds het einde van de jaren ’80 heeft de partij verder twee naamsveranderingen ondergaan. Zo heette de partij tot 1987 bijvoorbeeld Kristen Demokratiska Samling. De huidige naam heeft de partij gekregen in 1996.
Belangrijker dan de naamsveranderingen is echter de koerswijziging geweest. In de jaren ’70 was het een partij voor gelovige christenen die zich afzette tegen het gestage verlies van christelijke noties in wet- en regelgeving. Nu is het een partij die de nadruk legt op herstel dan wel opbouw van vrijwillige saamhorigheid en onderlinge zorg. Dat resulteert onder meer concreet in een pleidooi voor het traditionele gezinsverband.
De partij staat open voor iedereen, ongeacht de religie die men belijdt, zolang men de in het christendom verankerde waarden en normen wil onderschrijven. Met die brede openheid heeft Svensson nooit moeite gehad. Sterker nog: hij was daarvan de grote voorstander. „Kristdemokraterna heeft niets met het geloof te maken. Je kunt moslim of Jood zijn of ook atheïst. Waar het om gaat is dat je het eens bent met de door het christendom beleden waarden en normen, die trouwens ook door andere religies worden beleden”, luidt een door de Dagens Nyheter opgetekende uitspraak van Svensson.