In oktober 1959 verborg de toekomstige Iraakse dictator, op de vlucht voor agenten, zich ook al bij de eigenaren van het bescheiden landbouwbedrijfje.

Op 22-jarige leeftijd vluchtte een gewonde Saddam Hussein na een mislukte moordaanslag op de toenmalige president Abdul Karim Qassim Bagdad uit. Veiligheidsagenten zaten hem op de hielen toen hij in Adwar arriveerde. Daar bood de jonge boer Jassem Namach de nog onbekende Saddam onderdak aan.

„Namach bood slechts de gebruikelijke Arabische gastvrijheid aan een man die gewond was en in gevaar verkeerde”, aldus de voorman van Namachs stam, sjeikh Hassib Shahib Ahmed. Na op de boerderij te hebben uitgerust, zwom Saddam de Tigris over en bereikte hij de veiligheid van zijn geboortedorp Auja. Kort daarna ging hij in ballingschap.

Op zijn vlucht 44 jaar later dacht Saddam ook nu weer een veilig heenkomen te kunnen vinden op het inmiddels 5 hectare grote landgoed van de familie Namach. Dit keer kende het vluchtverhaal een minder gelukkige afloop voor Saddam en de familie Namach. Niet alleen de Iraakse dictator werd in de kraag gevat, ook de mensen die hem verborgen hielden, werden dezelfde avond gearresteerd.