Het hof vindt dat niet is bewezen dat G. verantwoordelijk is voor het schedel- en hersenletsel dat in mei 2008 bij de baby werden vastgesteld. Dat gebeurde nadat zijn vader hem bij de verdachte had opgehaald.

Het 3,5 maanden oude jongetje reageerde toen amper. In het ziekenhuis bleek dat hij meerdere bloeduitstortingen, botbreuken en een ingedeukte schedel had en dat er vocht achter zijn hersenen zat.

Ook de mishandeling van de drie andere kinderen van wie G. oppasmoeder was, is volgens het hof niet onomstotelijk aangetoond. Te veel vragen bleven onbeantwoord.

Het hof zei zich ervan bewust te zijn dat zeer jonge kinderen door hun afhankelijkheid van degene aan wie ze zijn toevertrouwd, extra kwetsbaar zijn in onveilige situaties en volkomen weerloos tegen geweld van hun verzorgers. Ze moeten daartegen, ook in het strafrecht, worden beschermd. Van een veroordeling kan echter pas sprake zijn als de schuld kan worden gewezen, benadrukte het gerechtshof.