Het staatspersbureau Xinhua meldt dat er zoveel politie wordt ingezet om „straatterrorisme en ernstig geweld tegen te gaan”. In oktober vloog aan de rand van het Plein van de Hemelse Vrede (Tiananmen) in Peking een auto in brand en in maart werden in de zuidwestelijke stad Kunming 29 mensen neergestoken op een treinstation. Sindsdien zijn de Chinese autoriteiten behoorlijk nerveus. De patrouillewagens in de hoofdstad komen op drukke kruispunten en doorgaande wegen te staan.

Volgende maand is het 25 jaar geleden dat studentenprotesten op het gigantische plein in Peking bloedig werden neergeslagen.

Mensen die brandstof willen kopen, moeten opgeven hoe ze heten en waarvoor ze de brandstof willen gebruiken. Dit om te voorkomen dat „wetsovertreders de brandstof gebruiken om verstoringen te creëren”.

Mensenrechtenactivisten en groepen bannelingen zeggen dat de zware repressie door China in de westelijke provincie Xinjiang reden is voor de onrust die is ontstaan. Xinjiang is de regio waar Oeigoeren vandaan komen. Peking houdt deze islamitische bevolkingsgroep verantwoordelijk voor de gewelddadige incidenten die al jaren in en buiten die regio voorkomen. Vorige week schoten agenten in Xinjiang nog een man dood die een politiewagen met messen aanviel.