Overwinning van abortuslobby rond Google blijkt nep
Is Google nu ook al anti-prolife? Het was een opvallend bericht, vorige week: de zoekmachine heeft advertenties verwijderd van Amerikaanse prolifegroeperingen. Deze advertenties zouden in strijd zijn met het beleid van de zoekmachine. De actie veroorzaakte flink wat onrust aan de overzijde van de oceaan.
Bij dit soort nieuws gaan er meteen alarmbellen rinkelen. Mensen vragen zich af of Google soms antichristelijk is? Of, wie wat verder doordenkt, vraagt zich af of dat advertentiebeleid ook van toepassing is op de zoekresultaten? Selecteert Google voor mij wat ik wel en niet mag zien? Mensen voelen zich beknot. Internet is toch van iedereen en daar moet je onbelemmerd kunnen doen wat je wil? We leven toch niet in China of in Saoedi-Arabië?
Intussen zijn we bijna twee weken verder en de stofwolken zijn neergedaald. Dat is het goede moment om de schade op te nemen. Wat was er precies aan de hand?
De discussie over abortus verloopt in de Verenigde Staten minder zachtzinnig dan in Nederland. Al in 2008 was er ruzie over advertenties rond abortus. Het Britse Christian Institute dreigde toen met een rechtszaak tegen Google omdat de zoekmachine prolife-advertenties had geweigerd. Google koos eieren voor z’n geld en liet de advertenties toe.
Twee weken geleden was het opnieuw raak. De Amerikaanse organisatie Naral, voorvechter van abortus, beklaagde zich over misleidende advertenties vanuit de prolifehoek. Wie zocht naar een abortuskliniek zag advertenties die op het eerste gezicht van zo’n kliniek waren maar stiekem leidden ze je naar een prolifesite. Slim bedacht, nietwaar? Het is net zoiets als zoeken op ”minder Marokkanen”, je ziet het gezicht van Wilders in een advertentie, je klikt erop en je komt plotseling bij Pechtold terecht.
Naral beweerde zelfs dat bij het zoeken naar ‘abortion clinic’ er acht van de tien keer zo’n prolife-advertentie getoond werd. En dan te bedenken dat er elke maand 2 miljoen keer gezocht wordt op de term ‘abortion’ of ‘abortion clinic’. Er gaat een miljard dollar per jaar om in de abortusindustrie en zo’n prolifecampagne kan de winstcijfers danig drukken.
Met veel tamtam maakte Naral bekend dat het Google over de streep heeft gehaald: deze ‘misleidende’ advertenties waren in strijd met het zoekmachinebeleid en intussen zou Google twee derde ervan verwijderd hebben.
Google liet inderdaad weten dat het advertenties heeft verwijderd die leiden naar sites die niets met de zoekterm te maken hebben. Toch is het gejuich van Naral nogal voorbarig. Een prolifeblogger op newsbuster.org vermeldde deze week dat bij de hem bekende prolife-organisaties niet één advertentie geweigerd is door Google. Andere prolifesites bevestigen dat. Ook een nieuwssite over zoekmachines stelt dat Google zijn beleid rond abortusadvertenties niet heeft aangepast. En of de teksten ervan werkelijk zo misleidend zijn, is nog de vraag. De voorbeelden die Naral daarvan toont, zijn bepaald niet allemaal overtuigend. Wie nu zoekt naar een abortuskliniek, treft de prolifeadvertenties in elk geval nog aan.
Deze hele affaire roept wel een andere vraag op. Waarom zou Google eigenlijk niet zelf mogen kiezen wie er wel of niet adverteert? Mensen beschouwen Google kennelijk als een neutrale instelling die niet mag discrimineren en iedereen gelijk behandelt. Maar is dat beeld terecht? Google is helemaal niet neutraal. Als je de zoekmachine wil vergelijken met een boek, is Google eerder een reclamefolder dan een telefoongids. In de telefoongids heeft iedereen een even grote plaats, in een reclamefolder van de supermarkt vindt je niet het hele assortiment maar juist die aanbiedingen die de winkel het meest opleveren. Betaalt prolife meer dan anti-prolife, dan zie je die advertenties vaker opduiken. Er is ook een reeks landen –waaronder België, Frankrijk, Duitsland, Polen en Rusland- waar de overheid geen abortusadvertenties toestaat en Google ze dus niet toont.
Natuurlijk discrimineert Google niet zomaar, maar de gedachte dat Google neutraal en objectief is, klopt niet. Google is een bedrijf, zoals een supermarkt, met commerciële belangen en advertenties die bij opbod verkocht worden. Daar is ook niets mis mee, zolang de bezoeker dat maar beseft en kritisch blijft.
Dat laatste is zeker nodig als je weet dat Google steeds vaker antwoorden geeft zonder dat je iets gevraagd hebt, bijvoorbeeld in Google Now. Een van de laatste foefjes is dat Google Now merkt dat je je auto ergens parkeert en later op een kaartje aan je toont waar je de auto had neergezet.
Deze week maakt Google weer een nieuwe functie bekend: Google Now geeft een seintje op je telefoon als je langs een winkel loopt die een product in voorraad heeft dat je zojuist hebt gezocht. Stel dat je gisteravond naar wandelschoenen hebt gezocht maar nog niets gekocht hebt, en „je komt in de buurt van een winkel die deze schoenen heeft, dan kun je een Google Now-kaart zien met het product en de prijs ervan”, schrijft Google.
Je moet er niet aan denken dat zoiets rond abortus gebeurt. Stel je voor dat Google weet dat je zwanger bent van de vierde, dat je relatieproblemen hebt of binnenkort op vakantie wil -en dat weet Google immers allemaal- en je wandelt langs een abortuskliniek. Plots klinkt het bekende toontje en er verschijnt een Google Now-kaart: “Rechts van u de kliniek van Women’s Health Services. Voor 372 dollar kunt u hier een abortus ondergaan. Geen wachttijd.” Zoiets is pas écht verontrustend.
De auteur is adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad en lector nieuwe media van Driestar Hogeschool. Reageren? Welbeschouwd@refdag.nl