Politiek

Politieke partijen modderen door

De grote politieke partijen leiden een kwijnend bestaan. Niet alleen hun zetelaantallen in de volksvertegenwoordigende organen lopen terug, ook hun ledenaantallen verminderen drastisch. Kennelijk taant het vertrouwen van burgers. Is deze trend te keren?

Gerard Vroegindeweij

10 May 2014 19:52Gewijzigd op 15 November 2020 10:37
Een lege zaal tijdens een CDA-congres. beeld ANP
Een lege zaal tijdens een CDA-congres. beeld ANP

Vorig jaar verloren de politieke partijen gezamenlijk ruim 6000 leden. Op 1 januari waren bijna 309.000 Nederlanders lid van een politieke partij. Dat is slechts 2,4 procent van het totaalaantal kiesgerechtigden.

Zestig jaar geleden lag dat anders. Toen waren 635.000 Nederlanders lid van een politieke partij. Dat is meer dan het dubbele van dit moment. Bovendien lag het aantal kiezers in die tijd op de helft van het huidige. Eind jaren vijftig waren zelfs tegen de 800.000 mensen lid van een politieke partij; ruim 9 procent van het aantal kiesgerechtigden.

Verder is het vertrouwen van burgers in politieke partijen laag: 40 procent. Dat is tientallen procenten minder dan het vertrouwen in andere publieke en private instellingen. En dat terwijl politieke partijen organisaties zijn die bestaan uit burgers zelf.

Overigens is het anno 2014 niet bij alle politieke partijen kommer en kwel. De ledenaantallen van SGP (30.000), D66 (23.000), Partij voor de Dieren (12.000) en 50PLUS (10.000) groeien nog steeds, zij het licht. Maar deze positieve cijfers kunnen de algemene neerwaartse trend niet keren. De neergang doet zich vooral voor bij de grote gevestigde politieke partijen, VVD, PvdA en CDA.

De crisis is niet alleen merkbaar in ledenaantallen. Verhoudingsgewijs trekken VVD, PvdA en CDA veel minder stemmen dan tientallen jaren geleden. Op lokaal niveau hebben veel partijen moeite om geschikte kandidaten voor de kieslijsten te vinden. En het meeleven tijdens ledenvergaderingen is minimaal.

Oorzaken crisis

Over de oorzaak van de crisis is al veel geschreven. De ontzuiling van de samenleving is een van de belangrijkste redenen. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw had elke zuil zijn eigen krant, omroep en politieke partij. De communicatie tussen de politieke partij en de achterban verliep via de ‘eigen’ media. De grote daling van het aantal leden zette zich in tijdens de jaren zestig van de vorige eeuw, toen veel burgers geen behoefte meer hadden aan binding aan een zuil. Dat had direct gevolgen voor het lidmaatschap van politieke partijen. In 1970 hadden ze nog krap 400.000 leden. Dat is bijna een halvering in ruim tien jaar.

Doordat kiezers zich minder gebonden weten aan politieke partijen, raakten zij verweesd. Uit zelfbehoud leidde dat tot een dubbele reactie. De partijen kropen met hun opvattingen naar elkaar toe, omdat ze in het politieke midden de meeste stemmen konden trekken. Door de ontzuiling waren de scherpe kantjes van de opvattingen onder grote lagen van de bevolking immers afgesleten.

Er deed zich echter nog een tweede ontwikkeling voor, die kwalijker gevolgen had. De politieke partijen zijn verhuisd. „Ze zijn geëmigreerd van de samenleving naar de staat”, zo stelt prof. dr. K. Deschouwer in ”Politieke partijen, onnodig of overbodig”, een recente publicatie van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob). „De ”party of the ground” is veranderd in de ”party of the public office”, aldus de hoogleraar politicologie aan de Vrije Universiteit te Brussel. De partij van de samenleving is veranderd in de partij van de staat.

Het gevolg van beide ontwikkelingen is dat kiezers de politieke partijen niet langer zien als onderdeel of verlengstuk van zichzelf, maar als onderdeel van de staat. Tijdens de campagnes geven ze elkaar er even van langs, maar daarna kruipen ze weer bij elkaar op schoot. „Politieke partijen zijn steeds meer organisaties geworden die instaan voor het bestuur van de staat”, aldus Deschouwer. Dat leidt tot wantrouwen.

De samenklontering van de partijen in het politieke midden bereikte haar eerste hoogtepunt in de jaren 1994-2002, toen de grootste politieke tegenstanders uit de tijd van de verzuiling, PvdA en VVD, met elkaar samenwerkten in de paarse kabinetten onder leiding van PvdA’er Kok. Fortuyn was degene die daar met zijn partij, de LPF, politieke munt uit wist te slaan. En Wilders doet dat nu dunnetjes over.

Politieke partijen zijn op aarde om spreekbuis te zijn voor de bevolking. Maar de grote gevestigde partijen slagen daar steeds minder in. De voorzitter van de Raad voor het openbaar bestuur, oud-bewindsman en oud-PvdA-leider Wallage, zei het tijdens een studiemiddag over politieke partijen zo: „Ook als de politiek zegt dat ze wat komt halen, blijkt ze feitelijk wat te komen brengen. Ze brengt beleid waarvoor steun wordt gezocht. Of ze zoekt steun voor de aanval. In beide gevallen zullen burgers zich snel misbruikt voelen.”

De oorzaak zit volgens Wallage diep: „Dat kiezers zich niet willen binden aan een politieke partij is een bijproduct van individualisering en emancipatie.”

Remedie

Wat is de remedie? Die blijkt niet eenvoudig. De meest simpele manier is om te proberen meer leden te werven. Maar alle campagnes die de partijen opzetten, zijn tot mislukken gedoemd. Kiezers binden zich anno 2014 liever aan organisaties die staan voor concrete acties, zoals natuur en milieu, dan aan een algemene organisatie als een politieke partij. Natuurmomumenten heeft bijvoorbeeld meer leden dan alle politieke partijen bij elkaar.

Is het een oplossing om de politieke partijen op te heffen? Ze zijn immers pas tot ontwikkeling gekomen na 1880, en daarvoor ging het toch ook zonder? Dat is te simpel geredeneerd. In een stelsel van evenredige vertegenwoordiging kunnen politieke partijen niet worden gemist. „De westerse representatieve democratie is in essentie een representatieve partijen­democratie”, stelde de Groningse hoog­leraar staatsrecht prof. dr. D. J. Elzinga ruim dertig jaar geleden al. De politieke partijen zorgen voor de kandidaatstelling, het kweken van een potentieel aan bestuurders en concrete ideeën en meningen over actuele politieke problemen.

De politieke partijen zien zelf wel in dat er veranderingen nodig zijn. Ze zijn continu bezig om zichzelf te vernieuwen. De meeste, uitgezonderd ChristenUnie en SGP, hebben hun structuur van vertegenwoordiging via plaatselijke afdelingen geheel of gedeeltelijk overboord gezet en geven elk lid een stem op hun landelijke partij­vergaderingen.

De nieuwste trend is het organiseren van ”primary’s”, oftewel voorverkiezingen, bijvoorbeeld voor het aanwijzen van de lijsttrekker. Primary’s passen in de trend om partijen verder te democratiseren en leden meer invloed te geven. Er zijn twee soorten: gesloten en open voorverkiezingen. Aan de eerste mogen alleen partijleden meedoen. Verschillende partijen experimenteren daar al mee, maar dat leidt niet tot een zodanige vitalisering dat partijen ineens meer leden krijgen of het beter doen bij verkiezingen.

Bij open voorverkiezingen ligt dat anders. Daar mogen ook niet-leden meebepalen wie er leider wordt. De PvdA is met die laatste versie aan het experimenteren op lokaal niveau. De partij werpt slechts een kleine financiële drempel op en vraagt deelnemers om een linkse politieke oriëntatie. Voordeel is dat er ook mensen van buiten de partij bij een belangrijke element van de partijpolitiek, namelijk het aanwijzen van een lijsttrekker, betrokken raken. Maar degenen die al lid zijn, hebben een extra reden om zich af te vragen waarom dat nog nodig is, omdat ook niet-leden een belangrijke vinger in de pap krijgen en de verkiezingen in het uiterste geval kunnen kapen.

Er kleeft nog een gevaar aan brede en open voorverkiezingen. Prof. dr. G. Voerman, hoogleraar ontwikkeling en functioneren van het Nederlandse en Europese partijstelsel aan de Rijksuniversiteit Groningen, wijst daarop in de eerdergenoemde publicatie van de Raad voor het openbaar bestuur. „Primary’s kunnen de autonome positie van de gekozen partijleider ten opzichte van de traditionele partijorganen versterken.” En dat kan zomaar spanningen opleveren. Daar zit geen enkele politieke partij op te wachten. Vandaar dat er nog weinig partijen zijn die de PvdA op dit punt navolgen. Ze kijken de kat uit de boom.

Wat politieke partijen in ieder geval niet moeten doen, is het vermarkten van het compromis als politiek ideaal, zegt de politicoloog Tom Louwerse, die momenteel in Ierland werkzaam is als universitair docent. Dat vermarkten leidt tot een algehele afkeer van politiek en politici. Volks­vertegenwoordigers moeten onderscheid blijven maken tussen hun partij­programma en het gesloten compromis, zo stelt hij in de studie van de Rob. Dat betekent duidelijk maken dat het verkiezings­programma „een inzet is, en geen garantie op resultaat.”

Profileren

De Rob noemt twee oplossingsrichtingen voor politieke partijen om de crisis te boven te komen. Naast de eerdergenoemde interne democratisering stelt de raad dat partijen zich meer politiek-ideologisch moeten profileren: ze moeten zich meer afzetten tegen elkaar op basis van hun beginselen. Maar garanties krijgen ze niet van Wallage. Volgens hem is er dan „een kans” dat ze zich kunnen handhaven. Een stralende toekomst voor politieke partijen is allerminst zeker. In de praktijk doen de partijen niets met dit advies. Dat kan eenvoudig worden afgeleid uit het feit dat de twee kemphanen die elkaar tijdens de campagne van 2012 het meest bevochten, VVD en PvdA, na de Kamerverkiezingen al anderhalf jaar zonder al te veel problemen een coalitie vormen.

Tijdens een discussie ter gelegenheid van de Rob-studie over politieke partijen, ruim vier weken geleden, moest Voerman op enig moment erkennen: „Dé oplossing weet ik ook niet.” GroenLinks­partijvoorzitter Grashoff kwam in feite tot dezelfde constatering. „Ik zie nog geen ontwerp voor nieuwe schoenen”, zo stelde hij met het spreekwoord dat men oude schoenen niet moet weggooien voordat er nieuwe zijn, in zijn achterhoofd: „Zolang dat niet het geval is, moeten we de boel maar een beetje oppoetsen.”

De eindconclusie is vooralsnog dat niemand echt weet hoe het moet en dat de partijen dus doormodderen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer