Bovendien besteden klanten minder geld in de kroeg. Daarentegen wordt thuis en in illegale bars in keten, schuren en caravans steeds meer gedronken. Op het platteland hebben caféhouders in toenemende mate last van concurrentie van dorpshuizen en sportkantines. Koninklijk Horeca Nederland wijt de malaise ook aan het grote aantal regels en eisen waar een café tegenwoordig aan moet voldoen.

„Dorpscafés zijn meestal familiebedrijven. Vaak heeft de kroegbaas er nog een baantje bij. Met zo veel tegenslagen is het soms beter het bedrijf te koop te zetten”, aldus Z. Davidson, voorzitter van de regio Friesland van Koninklijk Horeca Nederland.

Het aantal startende horecaondernemers blijft evenwel groeien, voor elk verkocht bedrijf is een nieuwe ondernemer te vinden. Wel worden banken voorzichtiger om startende ondernemers te steunen, stelt provinciaal horecaconsulent A. J. de Vries. „De enige cafés die definitief dichtgaan, zijn de etablissementen in kleine dorpen. Daarvoor is moeilijk een andere eigenaar te vinden”, aldus De Vries.

Normaal gesproken staat in de regio Friesland gemiddeld 10 tot 15 procent van de horecabedrijven te koop. De Vries: „De horeca is een bedrijfstak waarin veel gelukzoekers te vinden zijn. Ook is hij met romantiek omgeven, de harde werkelijkheid is vaak anders.”

Volgens Koninklijk Horeca Nederland zit de helft van de ondernemers op het niveau van het minimumloon. Van de 1100 Friese leden van de brancheorganisatie heeft 25 tot 30 procent van de huidige exploitanten besloten te stoppen. Veel van die cafés zijn in de stille verkoop gedaan.

Makelaars hebben een uitgebreid aanbod. De etablissementen verschijnen vaak ”discreet” op internetsites, met een algemene omschrijving, zonder naam of foto. Overnames lopen moeizaam omdat starters de financiering vaak niet rond kunnen krijgen. Steeds minder banken zijn bereid geld in horecabedrijven te steken. „De kosten lopen zo hoog op dat er geen fatsoenlijk inkomen meer inzit”, aldus De Vries.