Opinie

Kerkleiderschap

19 December 2003 22:47Gewijzigd op 14 November 2020 00:49

De Christelijke Hogeschool Ede (CHE) biedt vanaf januari 2004 een post-hbo-opleiding voor kerkleiderschap aan. Zoiets doet dat instituut niet zomaar. Er vallen stellig signalen op te pikken dat er behoefte bestaat aan die studie. De samenleving is immers bezig te veranderen. De individuele mens toont zich mondig. Lang slikten veel leden van de kerk -op z’n minst binnen de gereformeerde gezindte- alles voor zoete koek. Nu gebeurt op veel plaatsen het tegenovergestelde. Niet zelden tot schrik van een dominee of ouderling. Hoe gaat hij ermee om? Kennis daaromtrent, wijsheid lijkt geen overbodige luxe. Mits op de basis van Bijbel en belijdenis.Sommigen koesteren wellicht een afwerende houding tegenover schoolse vorming op dit gebied. Zoals voorheen in bepaalde kringen de predikant die z’n papier met aantekeningen thuisliet, voor de beste doorging. Het is waar dat God belooft de door Hem geroepen ambtsdrager toe te rusten. Maar daarbij kan Hij gebruikmaken van studie en wetenschap.

Tegelijk geldt dat opleiding geen garantie biedt voor het oplossen van alle onenigheid binnen een kerk. Zolang de zonde in de wereld is, valt niet alle wrijving of frictie te voorkomen. Ook niet onder christenen. Helaas. De verdrietige situatie dat het vorige week -in zekere zin- voltooide oecumenisch proces kerkenraden en gemeenten tot op het bot verdelen kan, vormt het bewijs dat de mens eindig is. Dat kan van de Almachtige gelukkig niet worden gezegd.

De opleiding leert leidinggeven op een manier waarbij, menselijkerwijs gesproken, God Zijn werk kan doen in een gemeente. Dat is mooi. Daar gaat het toch om? Ondertussen is het slechts een van de diverse ’partijen’ die aan scholing doet. De andere, de grootste groep, zit in de kerk. Of binnen christelijke organisaties. Die valt buiten zo’n praktikale, theoretische vorming. Natuurlijk zal deze en gene wijzen op de prediking als methode van vorming bij uitstek. Terecht. Een van de doelen van de opleiding is immers ook: leidinggeven, waarbij door God gegeven talenten van christenen zo goed mogelijk tot bloei komen.

Op dat laatste punt is echter ook een dringende waarschuwing nodig. In de westerse wereld -en ondertussen ook in reformatorische kring- geeft ”coachend management” de toon aan. De leider stelt vragen. Hij geeft geen instructies en bevelen. Hiërarchie heeft afgedaan. Identiteit ontwikkelt zich via interactie, zo heet het. Zo mag het niet in een gemeente van gereformeerde signatuur. Kerkleiderschap behelst -waar het althans het ambt betreft- een zekere mate van gezag. Enkel ontleend, overigens, aan Gods Woord. Optimaal inschakelen van talenten van christenen mag een ambtsdrager niet transformeren tot een enthousiasmerende coördinator van door individuen op de agenda gezette, verandering zoekende ideeën.

De geest van de tijd en van de dominante cultuur waait meer dan ooit als een alles geselende stormwind door de kerk. Eeuwige waarheden staan ter discussie. Ze blijken op z’n minst gerelativeerd te worden. „Kom nou. Er staat toch in de Bijbel: Wij kennen ten dele? Een ander kan ook wel een stuk van de waarheid hebben!” Via het ik-vind-gevoel kruipt ook de kritiek op het kerkelijk functioneren in diverse ambtelijke organen de banken door. Binnen de christelijke kerk behoort evenwel autoriteit te blijven. Hoe zou ze anders -met de Dordtse Leerregels- nog het bevel kunnen doorgeven tot geloof en bekering?

Nogal wat christenen tonen zich overtuigd van hun talenten. Zij prijzen ze persoonlijk aan als een wonder. Beduchtheid voor zulke begaafdheid getuigt van goed kerkelijk leiderschap. Een van de eerste talenten in de kerk is immers ootmoed. Het is erg nodig om dat straks in de opleiding ter sprake te brengen.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer