Aanpak jeugdcriminaliteit lijkt succesvol
DEN HAAG. De coalitiepartijen VVD en PvdA verklaarden eind 2012 in hun regeerakkoord de strijd aan te binden met jeugdige criminelen. Dat gevecht lijkt succesvol te verlopen, al is het beeld iets vertekend.
Het terugdringen van jeugdcriminaliteit is een van de speerpunten van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie). Door vroeg in te grijpen, snel te straffen en een goede nazorg te bieden, wil hij voorkomen dat jongeren afglijden en een criminele carrière opbouwen.
Uit cijfers die de bewindsman dinsdagmorgen naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, blijkt dat zijn aanpak tot goede resultaten leidt. Zo is het aantal jeugdbendes in ons land vorig jaar voor het vierde jaar op rij gedaald. Waren er in 2009 nog 1760 hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen actief, eind vorig jaar was dit aantal met meer dan de helft gedaald tot 764.
Vooral de groep hinderlijke jeugdbendes nam af: van 1341 naar 536. Het aantal overlast gevende jeugdgroepen daalde van 327 naar 183 (-44 procent) en het aantal criminele jeugdgroepen van 92 naar 45 (-51 procent).
De jeugdbendes, schreef dagblad Trouw dinsdagmorgen, plegen vaak zogenoemde “high impact crimes”, misdrijven die het veiligheidsgevoel van mensen stevig aantasten. Te denken valt dan aan geweldsdelicten, straatroven, overvallen en woninginbraken.
Minister Opstelten is tevreden over de voortdurende daling. „De aanpak is succesvol, dat blijkt.” Criminele jongeren worden nu persoonsgericht aangepakt. Ze moeten naar school en krijgen goede begeleiding. Ook hun familie wordt daarbij betrokken. Opstelten wil de bestrijding op deze manier voortzetten „want het werkt.”
Doordat niet alle jeugdbendes onder de definitie vallen die het ministerie hanteert, zijn de cijfers wel enigszins vertekend. Daardoor is onduidelijk of de overlast door de groepen ook echt afneemt. De minister wil daar nog dit jaar iets aan doen.
Opstelten wil de zorg en begeleiding van jonge boefjes ook verder verbeteren. Risicojongeren moeten sneller in beeld komen.