Chef wapeninspectie VS wil opstappen
David Kay, de chef van de Amerikaanse wapeninspecteurs die in Irak vergeefs naar massavernietigingswapens zoeken, heeft er genoeg van. Volgens The New York Times en het persbureau Associated Press heeft hij minister van Defensie Donald Rumsfeld en George Tenet, het hoofd van de CIA, laten weten dat hij binnenkort wil opstappen.
Officieel geeft Kay „familieomstandigheden” op als argument om voortijdig te vertrekken. Het is in Washington echter geen geheim dat Kay niet gelukkig is met de manier waarop zijn inspanningen en die van zijn team worden begeleid. Zo moest hij een deel van zijn wapeninspecteurs in Irak afstaan aan het leger om te worden ingezet in de strijd tegen de gewapende oppositie daar. Verder is er ook gekort op de begroting van Kay en zijn team.
Twee maanden geleden kwam Kay met een interim-rapport over de zoektocht naar massavernietigingswapens. Die zoektocht had nog niets opgeleverd, maar er zouden wel „aanwijzingen” zijn voor wapenprogramma’s, dat wil zeggen programma’s om dergelijke wapens te ontwikkelen. Dit is echter heel iets anders dan de aanwezigheid van massavernietigingswapens die de regering-Bush in de aanloop naar de oorlog in Irak aanvoerde als het belangrijkste argument voor de Amerikaans-Britse operatie.
Tegenwoordig hoort men president Bush en zijn naaste medewerkers daar niet meer over. Begin deze week zei Bush in een interview met Diana Saywers van ABC-News dat er geen verschil is tussen wapenprogramma’s en concrete massavernietigingswapens. „Wat is het verschil? Wat wij over die wapenprogramma’s wisten was reden genoeg om de invasie te rechtvaardigen”, aldus Bush.
Het is onduidelijk hoe het verder moet met de wapeninspecteurs als Kay daadwerkelijk opstapt. In oktober zei hij nog minstens zes tot negen maanden nodig te hebben om het onderzoek af te ronden. Dat betekent dat een eindrapport midden in de verkiezingstijd zou worden gepubliceerd. Als er geen massavernietigingswapens worden gevonden, zou dat president Bush in ernstige verlegenheid kunnen brengen. Sommige politieke waarnemers houden het daarom voor mogelijk dat Washington het werk van de inspecteurs op een laag pitje zet, zodat een eindrapport pas na de verkiezingen gepubliceerd wordt.