Sta open voor nieuwe vormen van kerk-zijn
Nieuwe vormen van kerkzijn kunnen ons mogelijk weer terugbrengen bij de werfkracht van de vroegchristelijke kerk, reageert André Meulmeester.
Hoewel het niet mijn gewoonte is op artikelen te reageren, heeft het interview met ds. Pieters (RD 24-4) bij mij een gevoelige snaar geraakt. ”Niet in een hokje te vangen”, stond als kop boven dit interview geschreven. Het spreekt mij aan. Inmiddels mag ik ruim tien jaar voorganger zijn van een reformatorische zendingsgemeente. Een gemeente die geen aansluiting kon vinden bij een van de bestaande kerken, maar waarin ik door Gods genade veel zie van de Vroege Kerk.
Almere is een stad met 200.000 inwoners, van wie 98 procent geen of nauwelijks binding heeft met de kerk. Een zendingsveld in het hart van Nederland. Onder Gods bijzondere voorzienigheid mocht hier een gemeente ontstaan die inmiddels bezocht wordt door zo’n 350 mensen. Een belangrijk deel van deze mensen is korter of langer geleden tot geloof gekomen.
Prediking
Het eigene van een vrije gemeente is het relativeren van kerkelijke structuren, aldus ds. Pieters. Dit komt volgens hem omdat leden van een vrije gemeente niet denken in kerkelijke en theologische structuren. Bepalend is de inhoud van de prediking. Christelijke gemeente De Wegwijzer bestaat uit meer dan 25 nationaliteiten. Van latino’s tot Aziaten en van Afrikanen tot Europeanen. Steeds weer horen we dat de inhoud van de prediking van kruis en opstanding mensen uit verschillende culturen verbindt. Daarnaast wordt de gemeenschap gevormd door mensen afkomstig uit meer dan tien denominaties. Het is wonderlijk te zien dat aan de voet van het kruis, waar genade wordt gedeeld, ook die onderlinge verschillen kunnen wegvallen. Genade laat zich niet in hokjes vangen.
Ds. Pieters raakte meer en meer overtuigd van het goed recht van de nieuwtestamentische kerkelijke situatie waarin de plaatselijke gemeente centraal staat. Volgens hem zijn landelijke structuren latere menselijke uitvindingen, die in de praktijk niet altijd goed blijken te werken. Zeker wanneer ze niet op basis van vrijwilligheid zijn aangegaan. Ik zie het belang van landelijke structuren waar krachten worden gebundeld ten behoeve van de plaatselijke gemeente. Maar ik zie helaas ook te vaak dat regels worden opgelegd en vrijheden worden gebonden. En juist die ruimte is vaak zo nodig om adequaat te kunnen reageren in een missionaire context op de plaatselijke situatie.
Doelmatig
De ideale situatie voor ds. Pieters is dat elk dorp of elke buurtschap zijn eigen gemeente heeft die afhankelijk van de omvang samenkomt in een schuur of huiskamer. In Almere zijn inmiddels veertien huisgroepen verspreid over de stad, die samenkomen in huiskamers. Zij fungeren als kleine huisgemeenten; gemeenschappen van zorg, gebed en onderwijs.
Tegelijk zien we dat deze groepen missionair actief zijn in de wijk vanwege de directe bewogenheid met de mensen in de wijk. Inmiddels zijn er in vier wijken nieuwe wijkgemeenschappen onder leiding van een wijkpastor. Wellicht niet helemaal volgens de kerkelijke regels, maar fantastisch voor de seculiere medeburger die de wijkpastor aan de deur krijgt. Het opent letterlijk deuren bij scholen, zorginstellingen, overheid en buurthuizen. Over doelmatige structuren gesproken.
Verstrikt
De praktijk van de Vroege Kerk is voor ds. Pieters normatief, niet het model dat door keizer Constantijn de Grote is geïntroduceerd.
Na twintig jaar werken aan het missionaire front in Almere vraag ik me in alle oprechtheid en vanuit zorg voor de kerk in ons land af of we niet verstrikt zijn geraakt. Verstrikt in wat ooit doelmatig heeft gewerkt, maar in alle eerlijkheid door mensen is bedacht. Zijn we niet te bang om onder de leiding van Gods Geest open te staan voor nieuwe vormen van kerk-zijn die ons misschien wel weer terugbrengen bij de oudchristelijke kerk die volop werfkracht had? De ruimte is hier te beperkt om daar prachtige illustraties van te geven.
Tot slot, ds. Pieters verwacht met prof. Op ’t Hof dat het einde van landelijke kerkverbanden weleens dichtbij kan zijn. Ik zie inderdaad een beweging. Zowel jongeren als ouderen zoeken naar vormen van kerk-zijn die relevant zijn in deze wereld. Vormen waarin de eeuwenoude boodschap van kruis en opstanding onverkort en onverbloemd wordt gepredikt. Waar mensen tot geloof komen, in gemeenschap met elkaar leven, hun bezittingen met elkaar delen en dagelijks nieuwelingen worden toegebracht.
Kortom, de kerk zoals het eens met Pinksteren begon. Zou dat geen mooie reformatie zijn?
De auteur is voorganger van christelijke gemeente De Wegwijzer in Almere.