Huawei, dat ook kantoor houdt in Amsterdam, wil vooral meer geld steken in onderzoek en ontwikkeling in Europa. Ook trekt het bedrijf extra geld uit ook niet-Chinees toptalent aan te trekken en voor langere tijd aan zich te binden. Huawei is een steeds belangrijkere speler op de Europese markt. Het Chinese bedrijf was vorig jaar goed voor 22 procent van alle uitgaven aan mobiele netwerken in Europa. In 2010 was dat nog 12 procent.

Veel Europese landen, en ook de Verenigde Staten, volgens de opmars van Huawei met argusogen. Dat heeft deels te maken met de bedreiging die de snel groeiende onderneming vormt voor zijn concurrenten, zoals het Franse Alcatel-Lucent, het Zweedse Ericsson en het Amerikaanse Cisco Systems. Ook zou het gebruik van Chinese apparatuur in westerse telecomnetwerken een veiligheidsrisico met zich mee kunnen brengen.

In de VS krijgt Huawei om die redenen nauwelijks voet aan de grond. Daar werden de investeringen onlangs dan ook op een lager pitje gezet. Volgens Ren komt de weerzin vooral voort uit de onbekendheid van het bedrijf. Daar wil hij verandering in brengen. „Ons idee is om ervoor te zorgen dat mensen Huawei over een paar jaar als een Europees bedrijf zien”, zegt hij.

Ook de Amerikanen zullen volgens Ren aan Huawei gaan wennen, maar dat zal langer duren. „Ik denk dat het uiteindelijk wel 10 of 20 jaar kan duren voordat men in de VS weet dat Huawei een bedrijf is met integriteit en een goed gezicht”, zei de topman. „Wellicht liggen er dan kansen voor ons.”