Hirsi Ali niet trots op zichzelf
VVD-kamerlid Hirsi Ali is niet trots op haar optreden woensdag tijdens de behandeling van de begroting voor Ontwikkelingssamenwerking. „Ik heb het slecht gedaan”, zei ze donderdag, terugkijkend op het spektakel.
Het felle debat over de zin en onzin van ontwikkelingshulp pakte voor haar uit als „een ontgroening. Ik sloeg helemaal dicht toen Dittrich (D66), Koenders (PvdA) en Eurlings (CDA) zo op mij afkwamen.” Het drietal eiste op hoge toon dat ze afstand moest nemen van de begroting of haar kritiek over verspilling van belastinggeld moest inslikken.
Ondanks het debacle was Hirsi Ali blij dat haar collega Wilders haar niet te hulp was geschoten. „Ik zou het niet kunnen aanvaarden dat anderen het op zo’n moment van je overnemen. Het is een ervaring geweest die ik nodig had om het de volgende keer beter te kunnen doen.”
Die volgende keer zal ze zeker niet het woord voeren over Ontwikkelingssamenwerking. De VVD heeft bepaald dat fractiegenoot Szabo dat voortaan doet. Hoewel de VVD kritisch reageerde op haar optreden, is er geen enkel verband tussen Hirsi’s falen en dat besluit, benadrukt fractiesecretaris Rijpstra. „Met het vertrek van Terpstra hebben we een nieuwe verdeling gemaakt en is besloten dat Szabo Ontwikkelingssamenwerking gaat doen.” Ook Hirsi Ali ontkent ieder verband. „Dit was al eerder besloten. Bovendien heb ik mijn handen al vol aan de portefeuille integratie.”