Godsdienstvrijheid permanent onder druk
WASHINGTON. De vrijheid van godsdienst staat wereldwijd permanent onder grote druk. De Amerikaanse regering moet meer actie ondernemen.
Dat staat in het vijftiende rapport van de Amerikaanse Commissie voor Internationale Religieuze Vrijheid (USCIRF) dat woensdag is gepubliceerd.
De USCIRF werd in 1998 ingesteld nadat de regering-Clinton de wet voor internationale godsdienstvrijheid had ondertekend. Sinds die tijd wordt er jaarlijks een lijst gepubliceerd van de landen waar de godsdienstvrijheid het meest geschonden wordt, voorzien van aanbevelingen om daartegen op te treden. Een beperkt aantal landen krijgt de toevoeging ”bijzondere aandacht”, omdat daar zeer ernstige schendingen van de vrijheid van godsdienst plaatshebben.
Het nu verschenen rapport wijkt af van de vorige publicaties omdat het de afgelopen vijftien jaar in zijn geheel belicht. De samenstellers concluderen dat geen enkele Amerikaanse regering in deze periode de wet voor internationale godsdienstvrijheid volledig heeft nageleefd. Daarnaast is het hard nodig om de wet aan te passen aan de veranderde omstandigheden, omdat het terrein van de godsdienstvrijheid sinds 1998 wereldwijd „dramatisch” is gewijzigd.
Uit het rapport blijkt dat er een groeiende kloof bestaat tussen het Amerikaans beleid en de daadwerkelijke situatie in veel landen in de wereld. Op de lijst van de regering staan acht landen die ”bijzondere aandacht” verdienen: Birma, China, Eritrea, Iran, Noord-Korea, Saudi-Arabië, Sudan en Oezbekistan. USCIRF stelt voor de lijst uit te breiden met Egypte, Irak, Nigeria, Pakistan, Syrië, Tadzjikistan, Turkmenistan en Vietnam. Bovendien moet de lijst afhankelijk van de ontwikkelingen sneller kunnen worden uitgebreid of ingekrompen.
Volgens de commissie leeft meer dan driekwart van de wereldbevolking in landen waarin de vrijheid van godsdienst „aanzienlijk” wordt beperkt. „De vrijheid van godsdienst staat wereldwijd permanente onder grote druk.” Dit heeft volgens de rapporteurs niet alleen een negatief effect op het welbevinden van de mensen, maar ook op de veiligheid van Amerika en op de stabiliteit in de wereld.
De samenstellers van het rapport wijzen erop dat blasfemiewetten, zoals die onder meer in Pakistan van kracht zijn, extremisten aanmoedigen om geweld te gebruiken tegen vermeende overtreders van deze wetten, zoals christenen. Er is echter ook een keerzijde: „Als regeringen godsdienstvrijheid onderdrukken of onvoldoende beschermen, bestaat het risico dat bepaalde mensen in de armen van radicale religieuze bewegingen worden gedreven.”