Dordrecht reageert nuchter op vondst asbest in plantenperkjes
DORDRECHT. De consternatie was groot vorige week in de Dordtse wijk Sterrenburg, nadat een bewoner in de Regulushof asbestdeeltjes had aangetroffen. Bij nader onderzoek zijn er geen nieuwe stukjes gevonden. De gemeente gaat er voorlopig van uit dat er geen verspreiding van asbest heeft plaatsgevonden. Desondanks gaat het onderzoek door.
De Regulushof ligt er verlaten bij deze woensdagmiddag. Hekken sluiten de keurig onderhouden plantsoentjes hermetisch af. ”Verboden toegang, asbestwerkzaamheden” staat er op de geel-zwarte linten die de hekken omspannen. Iets verderop is de urgentie blijkbaar minder groot. Daar worden de perkjes weliswaar omgeven door dranghekken met rood-witte linten, maar de groenstroken zijn voor wie dat echt wil toegankelijk. Terwijl de zon aarzelend doorbreekt, knipt een bewoner zijn heg. Een paar kinderen fietsen rondjes langs de afgezette groenstroken. „Er zitten daar gevaarlijke stoffen”, wijst een meisje met een ernstig gezicht. „Ik mag hier van mijn moeder wel fietsen, maar nergens aankomen. Normaal zijn hier veel meer kinderen; nu spelen ze ergens anders.”
Stoepkrijt
Die zorg voor de kinderen was voor buurtbewoner Harry Fuik vorige week reden om alarm te slaan. „Ik woon om de hoek, de Regulushof is mijn ‘achtertuin’. De gemeente heeft daar pas geschoffeld, de beplanting zomerklaar gemaakt. Ik zag tientallen stukjes asbest liggen. Op zich niet gevaarlijk zolang het in ander materiaal vastzit. Als je het gewoon laat liggen, is er niets aan de hand. Maar die kinderen gaan daar aan de gang met emmertjes en schepjes; halen hun ballen uit de perkjes. Dat is gewoon geen goeie combinatie.”
In de buurt doen verhalen de ronde dat kinderen de deeltjes als stoepkrijt hebben gebruikt. Fuik kan die geruchten bevestigen noch ontkennen. „Het zou zomaar kunnen, ik heb in ieder geval direct de gemeente gebeld toen ik die stukjes zag liggen.” Op het stadskantoor liet de mededeling van Fuik en de opmerking dat hij als deskundige weet waar hij over spreekt –„ik voer voor mijn werk dagelijks controles uit”– alle alarmbellen rinkelen. „Er werd buitengewoon adequaat opgetreden, binnen een uur kwam het hele circus op gang.”
Mannen in witte pakken zetten alle perkjes af. Die ‘overval’ is voor sommige bewoners het enige kritiekpuntje op de aanpak van de gemeente. „We schrokken ons een ongeluk –zeker de kinderen. Pas de volgende dag kregen we een brief en was er een informatieavond.” Voor de rest is er in de buurt alleen maar lof voor de aanpak van de gemeente. „We worden goed op de hoogte gehouden en ze pakken de zaak heel serieus aan. Het risico is klein, na de eerste schrik maken we ons niet echt druk”, klinkt het nuchter uit de mond van de bewoners.
Volgens voorlichter Mark Benjamin is de situatie inderdaad onder controle. Asbestdeeltjes die op de weg lagen, zijn direct opgeruimd en de afgelopen dagen is een „visuele inspectie” uitgevoerd, terwijl er ook kleefmonsters zijn genomen. „Beide acties hebben niets verontrustends aan het licht gebracht. Dat is goed nieuws.” Inmiddels wordt de voorzichtige conclusie getrokken dat er buiten de Regulushof geen asbest te vinden is.
Toch zet de gemeente het onderzoek voort. Dat is nodig om te kijken hoe de grond het best gesaneerd kan worden. Verder wil de gemeente uitsluiten dat er verdere verspreiding van het asbest heeft plaatsgevonden, terwijl men ook wil weten waar de vervuilde grond vandaan is gekomen.
Benjamin is vol lof over de opstelling van de buurt. „De mensen vinden het natuurlijk niet leuk, maar ze blijven rustig. Van paniek is geen sprake. En heel mooi: diverse buurtbewoners toonden hun bezorgdheid voor medewerkers van de gemeente en van hoveniersbedrijven die daar de afgelopen tijd hebben gewerkt. Die oplettendheid stelden we zeer op prijs: we hebben alle betrokkenen op de hoogte gesteld.” Tips voor omwonenden? „We adviseren iedereen om uit de buurt van die plantsoentjes te blijven. Laat de kinderen er niet in spelen en houd je huisdieren in de gaten.”
Een groepje jongens, de bal onder de arm geklemd, houdt zich stipt aan de voorschriften. „We gaan voetballen. Nee, niet hier. Dat mag eigenlijk toch al niet, maar nou is het helemaal verboden. Een eindje verderop is een veldje. Daar gaan we heen.”