„Milosevic waarschuwde Mladic voor ‘Srebrenica’”
Slobodan Milosevic was in 1995 op de hoogte van het voornemen van de Bosnisch-Servische legerleider Ratko Mladic om de mannelijke moslims van Srebrenica te vermoorden en heeft hem daartegen gewaarschuwd.
Dat heeft de Amerikaanse Democratische presidentskandidaat Wesley Clark gezegd in zijn getuigenis eerder deze week in de zaak tegen Milosevic voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag. Een verslag van het achter gesloten deuren gehouden verhoor is donderdag openbaar gemaakt.
De aanklagers stellen dat de verklaringen van Clark het tot nog toe sterkste bewijs zijn dat Milosevic op de hoogte was van de plannen van de Bosnische Serviërs om duizenden moslims te vermoorden. Medio jaren ’90 was Clark, die later tot opperbevelhebber van de NAVO werd benoemd, als een van de strategen van het Amerikaanse leger betrokken bij de onderhandelingen met Milosevic over het beëindigen van de oorlog in Bosnië.
Clark zegt dat hij Milosevic in een informeel gesprek tijdens een pauze in een van de onderhandelingssessies gevraagd heeft naar de slachting bij Srebrenica. „Milosevic zei dat hij Mladic gemaand heeft de moslimmannen niet te doden, maar dat hij niet naar hem geluisterd heeft.” Clark zegt dat hij de opmerking als bewijs zag dat de Joegoslavische president van tevoren op de hoogte was van de slachting in de door Nederlandse blauwhelmen verdedigde VN-enclave. Ook heeft Milosevic in de onderhandelingen over Bosnië volgens Clark herhaaldelijk gezegd dat hij grote invloed had op de Bosnische Serviërs.
Milosevic ontkende in zijn kruisverhoor van Clark dat hij van tevoren op de hoogte was van ’Srebrenica’. „Generaal Clark, dit is een leugen. Ten eerste omdat wij het nooit over Srebrenica hebben gehad, ten tweede omdat ik nooit in de positie heb verkeerd om de Bosnische Serviërs bevelen te geven.” Milosevic zette ook vraagtekens bij de betrokkenheid van Bosnisch-Servische militairen bij de moordpartij bij Srebrenica. „Ik geloof niet dat Mladic opdracht heeft gegeven tot het doden van de moslims. Volgens mij waren daar huurlingen bij betrokken.”
De aanklagers zijn in hun nopjes met Clarks bewering over Srebrenica, omdat die ervan uitgaat dat Milosevic van de misdaden op de hoogte was en er met die wetenschap niets tegen ondernam. Bovendien bleef hij de Bosnische Serviërs steunen.
De aanklagers hebben nog naar schatting achttien zittingsdagen om hun zaak rond te krijgen. De zittingen zijn tot 13 januari geschorst. Milosevic kan dan waarschijnlijk in het voorjaar met zijn verdediging beginnen. Het is nog niet bekend hoeveel tijd hij krijgt om zijn zaak te bepleiten.