Hof: Detenties in Guantànamo strijdig met wet
De Verenigde Staten hebben niet de autoriteit om van terrorisme verdachte buitenlandse „vijandelijke strijders" voor onbepaalde tijd vast te houden in de Amerikaanse marinebasis Guantànamo Bay. Dat heeft een Amerikaans hof van beroep donderdag bepaald.
Het hof oordeelde dat het niet strookt met de Amerikaanse idealen en de Amerikaanse grondwet om zogenoemde ’vijandelijke strijders’ voor onbepaalde tijd vast te houden en ze geen toegang tot advocaten te geven.
Het hof kwam tot een uitspraak naar aanleiding van een Libiër die zich tot het hof van beroep had gewend om zijn detentie in Guantànamo Bay aan te vechten. Het hof heeft diens zaak naar een lagere rechtbank doorverwezen.
In de gevangenis op Cuba zitten 660 verdachten van de oorlog tegen het internationale terrorisme en in Afghanistan vast. Geen van de gedetineerden is aangeklaagd. De VS beschouwen hen als ’illegale strijders’ waardoor zij niet onder het oorlogsrecht vallen.
Een ander federaal hof van beroep oordeelde donderdag dat de gevangenen in de Amerikaanse enclave op Cuba recht hebben op juridische bijstand. Ze moeten toegang krijgen tot advocaten en Amerikaanse rechtbanken.
Het hof uitte zich zeer kritisch over de gevangenschap zonder aanklacht en zonder dat de gedetineerden zijn aangemerkt als krijgsgevangenen, waardoor ze zouden worden beschermd door de Conventies van Genève.
„Zelfs in een tijd van een nationale ramp, juist dan, is het de verplichting van de rechtelijke macht om te verzekeren dat onze constitutionele waarden gehandhaafd blijven en het de uitvoerende macht ervan weerhoudt om de rechten van burgers en buitenlanders met voeten te treden", aldus de beroepsrechters.
Een Australiër die vastzit in Guantanamo Bay, kreeg begin december al een militaire advocaat toegewezen. Een man uit Jemen kreeg donderdag als tweede gevangene in Guantànamo Bay toegang tot een advocaat.