Erdogan wil desnoods juridische stappen nemen om zijn vroegere bondgenoot uitgeleverd te krijgen. „Ja, dat zijn we van plan”, zei hij na een vergadering in het parlement. Of er ook daadwerkelijk een verzoek ligt, is onduidelijk.

De Turkse premier ligt al langer overhoop met de islamitische geestelijke. Hij zou opdracht hebben gegeven om corruptieonderzoeken uit te voeren en leden van de regering hebben afgeluisterd.

Volgens Erdogan zou hij daarom ook een bedreiging voor de Amerikaanse veiligheid kunnen zijn. „Elementen die de nationale veiligheid in Turkije bedreigen, mogen niet blijven bestaan in andere landen. Wat ze ons aandoen, kunnen net zo goed andere landen aandoen.”

Gülen ontkende begin dit jaar de regering in het nauw te willen drijven. Alle aantijgingen noemde hij toen „bangmakerij voor een niet-bestaande bedreiging”. Gülen woont sinds 1999 in zelfgekozen ballingschap in de staat Pennsylvania. Lange tijd steunde hij Erdogan en diens AK-partij.