Hof: Israël moet meer ruimte geven aan Palestijnen op Westoever
JERUZALEM. Het Israëlische hooggerechtshof heeft de staat Israël maandag opgedragen om Palestijnen weer te betrekken bij plannen voor de ontwikkeling van het zogenoemde C-gebied van de Westelijke Jordaanoever.
Het C-gebied vormt ruim 60 procent van de Westoever en staat geheel onder Israëlisch bestuur. Het hof nam de beslissing naar aanleiding van een petitie van onder meer de groep Rabbijnen voor de Mensenrechten.
De hoogste rechtbank gaf de staat ook opdracht het huidige beleid rond het C-gebied toe te lichten. Volgens de gegevens van Rabbijnen voor de Mensenrechten is minder dan 1 procent van het C-gebied bestemd voor ontwikkeling door Palestijnen.
Rabbijnen voor de Mensenrechten zet zich al tien jaar in om huizen van Palestijnen te beschermen tegen afbraak. Israël breekt de huizen vaak af omdat ze zonder toestemming van de regering zijn gebouwd. De organisatie voerde echter aan dat de bestemmingsplannen moeten wijzigen, zodat Palestijnen op groter schaal legaal kunnen bouwen in het C-gebied.
De krant The Jerusalem Post meldde intussen dat Israël de militaire coördinator in de gebieden, generaal-majoor Yoav Mordechai, opdracht heeft gegeven de bestemmingsplannen voor negentien Palestijnse dorpen in het C-gebied te bevriezen. Dat is bedoeld als strafmaatregel vanwege het vorige week gesloten akkoord tussen de Palestijnse partijen Hamas en Fatah.
Een aantal Israëlische parlementariërs van rechtse partijen pleit voor algehele annexatie van het C-gebied of delen ervan.