Niks mis met iets extra’s voor de dominee
In de maand december geven veel bedrijven en instellingen iets extra’s aan hun medewerkers. Waarom zou een kerkelijke gemeente die regel ook niet hanteren, aldus Jan Westert
, die verslag doet van een aantal schrijnende gevallen. Het is de maand van de dertiende maanden, de extraatjes en de bonussen. Hoewel het in veel bedrijven minder gaat, zullen ongetwijfeld deze dagen in veel bedrijven niet ongemerkt voorbijgaan.
En in de kerk? Een kerstpakket voor de dominee en de koster? Misschien, als we eraan denken? Maar een extraatje in de vorm van een gratificatie? Kerkenraden en beheerders, denk er dit jaar even over na! Wat gij wilt dat u geschiedt, doe dat ook aan een ander. December is een goed moment om stil te staan bij de materiële positie van uw herder. Volgens mij spreken we graag goede woorden over de herder. Maar was het ook in het oude Israël vaak al niet een zwaar en schamel betaald beroep? Helaas kreeg ik de afgelopen weken te veel signalen dat het tegenwoordig met onze herders niet anders is.
Stevige reacties
Een aantal geleden weken is in de kolommen van het RD iets overgenomen uit artikelen van mijn hand over de noodzaak van beter ’personeelsbeleid’ in de kerk. Ik had die artikelen gepubliceerd in ”De Reformatie”, het opinieblad van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.
De afgelopen weken heb ik een stevig aantal reacties gekregen van broeders en zusters uit de Gereformeerde Bond en andere kerken uit de breedte van de gereformeerde gezindte. Niet eens zozeer van dominees zelf, maar van broeders en zusters uit de familiekring, of directe kennissen. Ik heb even gedacht: Moet ik er iets mee, als niet-direct betrokkenen en als niet-lid van een van deze kerken? De brieven waren echter zodanig, dat ik de reacties niet voor mij alleen wil houden, zonder overigens daarbij het geschonken vertrouwen te willen schenden.
Het is bekend dat er in veel pastorieën stille armoede wordt geleden. Dat is ook in mijn eigen kerkgenootschap, de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, her en der het geval. Dat komt onder meer, zo was mijn analyse in genoemde artikelen, omdat we geen goed ’personeelsbeleid’ voeren.
Kwetsbaar
Veel dominees hebben een kwetsbare positie en lijden liever armoede dan dat ze voor zichzelf opkomen. Dat is niet goed voor henzelf en voor hun gezinnen, maar ik begrijp die keuze, gelet op hun positie, maar al te goed. Die eigenstandige positie alleen al vraagt van kerkenraden extra aandacht en zorgvuldigheid voor hun herders, en niet minder voor hun kosters.
Wat ieder gemeentelid in zijn bedrijf redelijk normaal vindt, vinden we in de kerk soms niet gewoon. Dus blijven de afspraken voor dominees achter. Voor een deel komt dat ook doordat vaak niemand zich direct en persoonlijk voor dat thema verantwoordelijk voelt. Ik vraag er daarom nog graag eens de broederlijke aandacht van de lezers voor. Deze keer niet om er veel over te vergaderen, maar gewoon met de wens dat er aan het eind van het jaar een keer iets extra’s wordt gedaan. En laten we voor volgend jaar afspreken dat iedere raad bij zichzelf te rade gaat of we onze zaken in dit opzicht echt op orde hebben.
Ik schreef dat de reacties zodanig waren dat ik ze niet voor mij wilde houden.
Ik mag ze niet met naam en toenaam noemen. Dat wil ik ook niet. Maar als een oude zuster uit een gemeente je schrijft dat ze er zo verschrikkelijk mee zit dat haar neef structureel schulden moet maken om rond te komen; of ouders aangeven dat ze het onderwerp niet eens kunnen bespreken, omdat de sfeer daartoe niet open genoeg is, ontroert je dat.
Ik schrik van de bedragen die soms worden genoemd. Alleen al de rentelast is een drama voor het gezinsinkomen. Zulke situaties vallen dus ook met een gift of ondersteuning door ouders niet meer op te lossen En dat moet ook niet nodig zijn. De kerkelijke gemeente hoort die zaak als erezaak zelf op orde te hebben.
Vanuit deze problematiek worden er allerlei andere zaken genoemd: de druk is ontstaan in het predikantsgezin. De dominee die zijn vakantie maar achterwege laat en daardoor te weinig afstand kan nemen van zijn dagelijkse beslommeringen. De psychische last die een predikant meezeult omdat hij zijn werk niet onbekommerd kan doen. De echtgenote die eigenlijk gelet op de omstandigheden zelf een baan moet zoeken, maar dat ter wille van de gemeente achterwege laat.
De zorg die zulke situaties geeft in het geloofsleven van ouders, is niet goed. Zij ervaren de druk bij hun kinderen, maar kunnen er niet over spreken, alleen hun zo nu en dan iets toestoppen. Iemand zei mij: „Ik ben blij dat we vermogen hebben. Alleen daardoor kan mijn zoon onbezorgd dominee zijn.”
Bescheiden voorzet
Verschillende broeders en zusters waren blij dat een stukje van mijn bijdrage in het Reformatorisch Dagblad was beland. Uit hun brieven sprak zo veel zorg en bewogenheid, dat ik deze graag in algemene termen voor hen verwoord. Met als boodschap: Kerkenraden en beheerders, neem in dit tere onderwerp ook uw verantwoordelijkheid.
Misschien is juist de maand december een goede om gewoon iets extra’s te doen. Dat is gebruikelijk in veel bedrijven en instellingen. Waarom zou een kerkelijke gemeente die regel ook niet voor haar herder hanteren?
Verder hoop ik dat het onderwerp in 2004 op verschillende tafels van kerkenraden en beheerders komt, om er structureel over na te denken. Ik kan op afstand niet anders doen dan een bescheiden voorzet leveren. Vanuit mijn ervaring denk ik dat we in de kerkelijke gemeente nog steeds een sociale kwestie kennen. Zwijgen over dit tere onderwerp is daarom het slechtste wat we kunnen doen.
De auteur is directeur van oudervereniging Philadelphia en was voorheen algemeen secretaris van het Gereformeerd Maatschappelijk Verbond (GMV). Hij schrijft deze bijdrage op persoonlijke titel.