De auteur van de klassieker De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha zou op 22 april 1616 zijn overleden in de Spaanse hoofdstad. De dag daarop zou hij begraven zijn in de kapel van het Convento de las Trinitarias Descalzas de San Ildefonso. Op welke plaats exact, is onduidelijk.

De forensisch experts richten zich bij het zoeken vooral op het oudste deel van het klooster. Ze speuren de grond en muren af met een radar. Het scannen, opgraven en analyseren duurt naar verwachting enkele maanden en kost vermoedelijk een ton.

Mogelijk helpen enkele aanwijzingen uit het verleden bij de zoektocht. Zo raakte Cervantes op zijn 24e gewond aan zijn linkerhand tijdens een zeeslag in 1571. Hij kon zijn hand daarna niet meer gebruiken, waardoor het bot misvormd moet zijn. Ook zou hij door ten minste één kogel zijn getroffen in zijn borstkas.

Cervantes overleed in grote armoede. Hij wordt gezien als een van de belangrijkste figuren uit de Spaanse literatuur. Zijn roman over Don Quichot is een van de meest gelezen en meest vertaalde boeken ter wereld. Hij werd naast zijn echtgenote begraven.