Kleine groep Papoea’s strijdt via OPM tegen Indonesische bezetting en onrecht
BIAK. „Alle Papoea’s zijn in feite lid van de OPM”, beweerde iemand van de Organisasi Merdeka Papua. Akkoord, de overgrote meerderheid van de Papoea’s wil net als de OPM politiek zelfstandig zijn, maar tegelijk is waar dat de organisatie niet groot is.
De na de Indonesische bestuursovername in 1963 opgerichte verzetsgroep OPM heeft als symbool de Morningstar, de in 1961 door Marcus Kaisiepo ontworpen Morgenstervlag, indertijd bedoeld voor een onafhankelijk Papoea.
Tot op de dag van vandaag zijn er binnen het brede kader van de OPM drie activiteiten te onderscheiden. Het meest bekend is het werk van de gewapende afdeling, het Nationaal Bevrijdingsleger. Geschat wordt dat zich zo’n 1200 guerrillastrijders in de oerwouden bevinden, opgesplitst in een groep of tien.
In de jaren 80, begin jaren 90 was er sprake van enige rivaliteit tussen twee hoofdpersonen, het Victoriahoofdkwartier van Seth Roemkorem en het Herstel van Recht van Jacob Prai. Eerder hadden zij nog samen vanuit de jungle een onafhankelijkheids- verklaring gelanceerd, met inbegrip van een eigen grondwet (1971). Terwijl Prai nu in Zweedse ballingschap leeft, overleed Roemkorem in 2010 in Nederland.
Kwantitatief noch kwalitatief kan de OPM zich meten met de massaal in Papoea aanwezige Indonesische veiligheidstroepen. Over veel meer dan speren, pijl en boog en vuurwapens die bij aanvallen op militaire posten zijn buitgemaakt, be- schikt men niet. Er vinden geregeld schermutselingen plaats waarbij doden vallen, ook onder burgers.
In 1996 trok het conflict internationale aandacht toen OPM’ers een groep van elf wetenschappers, onder wie twee Nederlanders, ontvoerden. Er volgde een bevrijdingsactie van de speciale antiterreureenheid Kompassus. Twee Indonesische gegijzelden overleefden het drama niet.
Zwartboeken melden dat OPM-geweld vaak een buitenproportionele Indonesische militaire reactie uitlokt. Ook overtreding van het verbod om de Morgenster te hijsen, wordt als OPM-activiteit en vorm van separatisme beschouwd, met alle gevolgen van dien. Via sociale media komen berichten naar de buitenwereld over politieke arrestaties, mishandeling en standrechtelijke executies. Bepleiters van mensenrechten worden vaak geïntimideerd. Berucht is de moord in 1984 op cultureel antropoloog Arnold Ap, die niet eens bij de OPM betrokken was.
In de loop van de jaren zijn alle OPM-leiders van het eerste uur opgepakt, gedood of via buurland Papoea-Nieuw-Guinea naar het buitenland gevlucht. Onder hen was Ferry Awom, ooit sergeant in het door Nederland gestichte Papoea Vrijwilligerskorps. Latere aanvoerders verging het niet beter. Nog vorig jaar stierven Mako Tabuni, Tejoli Weya en Danny Kogoya in Papoea-Nieuw-Guinea.
Politieke bewustwording
Naast de gewapende vleugel van de OPM functioneert er een Bintang Kejora (Morgenster) als ‘ondergrondse’ burgerlijke afdeling. De paar duizend Papoea’s die hierbij betrokken zijn richten zich op politieke bewustwording, publiciteit en contact met Papoeaballingen ten behoeve van diplomatie.
In een 2011 verschenen boek, ”Een Perspectief voor Papoea”, klaagt de in 2010 overleden Viktor Kaisiepo over gebrek aan coherente visie bij de OPM, zoals die wel bestond bij vergelijkbare verzetsbewegingen als de Swapo in Zuidwest-Afrika, het Nationale Bevrijdingsfront in Nieuw-Caledonië en het Nationaal Democratisch Front in de Filipijnen – overigens werden die allemaal gedreven door een links-radicale ideologie.
Papoea’s vinden elkaar in hun afkeer van het Indonesische neokolonialisme en verdedigen hun eigen verzet vaak met Bijbelse formuleringen.
Buitenlandse activisten vormen de derde vleugel van de OPM. Daarbij gaat het vooral om de Free West Papua Campaign onder leiding van de vanuit Groot-Brittannië opererende Benny Wenda. In Den Haag is vorig jaar een kenniscentrum van deze organisatie geopend. Dit informatiecentrum wordt geleid door Oridek Ap, zoon van de om het leven gebrachte Arnold Ap. Free West Papua Campaign heeft sympathie verworven bij parlementariërs in onder meer Australië, Nieuw-Zeeland, Groot-Brittannië, Ierland en het Europees Parlement. Het Melanesische ministaatje Vanuatu is tot op de dag van vandaag evenwel het enige land dat officiële betrekkingen met OPM-leiders onderhoudt.
Dit is het vierde en laatste deel in een serie over Papoea.