De grootschalige bouwprojecten die door de staat worden aangestuurd, zijn deels bedoeld om de economische groei in het Aziatische land verder aan te jagen. Anderzijds moet het extra aanbod aan woningen helpen om de groeiende onvrede over de hoge huizenprijzen in China tegen te gaan.

De Chinese overheid probeert nu al meer dan 4 jaar om woningen voor huishoudens met lagere inkomens beter betaalbaar te maken. Er zijn tekenen dat dit beleid vruchten begint af te werpen. In maart stegen de gemiddelde huizenprijzen in China’s 70 grootste steden met 7,7 procent vergeleken met een jaar eerder, zo blijkt uit data van China’s nationale statistiekbureau. In februari gingen de prijzen op jaarbasis nog 8,7 procent omhoog.

Maar critici klagen dat de beste appartementen alleen beschikbaar zijn voor ambtenaren en dat van de door de overheid gebouwde huisvesting alleen de kwalitatief mindere woningen overblijven voor het gewone volk. Eerder dit jaar werd op de Chinese staatstelevisie bekendgemaakt dat de overheid in 2014 omgerekend ruim 120 miljard euro investeert in stedelijke ontwikkeling. Oudere of tijdelijke huisvesting aan de stadsranden, veelal in sloppenwijken, gaat tegen de vlakte en daar worden grotere huizen neergezet.