Kerk brengt misbruik niet zelf naar buiten
UTRECHT (ANP). Als journalisten vragen stellen over kindermisbruik zal de Rooms-Katholieke Kerk antwoord geven. Zo bevestigde de kerk vrijdag het verleden van de overleden hulpbisschop Jan Niënhaus en eerder deze maand van monseigneur Jo Gijsen. Maar zelf informatie naar buiten brengen, doet de kerk niet. Dat is al jaren het beleid.
„De kerk zal verhalen over misbruik niet ontkennen. Dat heeft geen zin als het eenmaal in de publiciteit is”, zegt een woordvoerster van de Rooms-Katholieke Kerk. „Als er vragen worden gesteld, communiceren wij transparant en open, maar we zijn niet pro-actief”, voegt het kerkelijk meldpunt seksueel misbruik eraan toe.
Volgens het meldpunt is het beter „voor het herstel en de erkenning van het slachtoffer” als de kerk zelf niets naar buiten brengt. Voor slachtoffers kan het namelijk „uiterst moeilijk en confronterend” zijn om hun verhaal na al die jaren te doen.
Niet alle slachtoffers zijn het eens met het zwijgen. „De kerk beschermt de geestelijke stand”, zei Guido Klabbers van stichting Klokk, die de belangen van misbruikslachtoffers behartigt. Hij vindt dat de kerk het misbruik „in alle openheid moet afwikkelen”.
Voor de kerk kan het overigens ook riskant zijn om beschuldigde geestelijken met naam en toenaam te noemen. Een klager hoeft namelijk geen keihard bewijs te hebben, zoals bij een rechtbank. Hij of zij moet het misbruik aannemelijk maken. En aannemelijk is niet gelijk aan schuldig. Als de kerk dan toch namen naar buiten zou brengen, „bestaat de kans dat een aangeklaagde zich in zijn goede naam aangetast voelt en naar de rechter stapt”, aldus het meldpunt.