Bezin goed op brede school
Verbreding van de school vraagt om bezinning, stellen Alex de Bruijn, Laura Zwoferink en Wim Voorwinden. Eerste opdracht is om de wettelijke taken goed te vervullen.
Sinds de jaren negentig is in Nederland een groot aantal brede scholen ontstaan. Een brede school heeft een bredere maatschappelijke functie dan die van onderwijsgever alleen, werkt structureel samen met voorzieningen voor welzijn, kinderopvang, zorg, sport en cultuur en zorgt daarmee voor een substantiële verbreding van het aanbod.
Aanvankelijk ontstonden brede scholen met als doel het bestrijden van onderwijsachterstanden. Omdat scholen alleen onvoldoende kansen konden bieden, gingen ze afstemmen en samenwerken met voorzieningen als maatschappelijk werk, jeugdzorg en peuterspeelzalen. In nieuwbouwwijken ontstonden ook brede scholen. Het motief daarbij was dat werkende ouders ontlast werden door het aanbieden van dagarrangementen voor schoolgaande kinderen. Tegenwoordig is het doel van brede scholen echter steeds meer het behoud van voorzieningen.
Ook in de reformatorische en christelijke achterban zien we –na aanvankelijke terughoudendheid– brede scholen verschijnen. De vraag naar een samenhangend aanbod van voorzieningen voor onderwijs, opvang, zorg en welzijn groeit. Daarmee neemt ook de behoefte aan bezinning toe. Scholen staan voor de vraag hoe ver zij willen en kunnen gaan in de verbreding van hun activiteiten.
Opvoedverantwoordelijkheid
De eerste opdracht van een school is zijn wettelijke taken goed te vervullen. Daarom dienen er weloverwogen keuzes te worden gemaakt als een school besluit te verbreden. Extra taken moeten aansluiten bij de lokale behoeften en bij de visie van de school op de doelgroepen die de school wenst te bedienen, welke betekenis hij voor hen wil hebben en hoe hij het leren in de school kan verrijken.
Een centraal punt in de bezinning op brede scholen in het christelijk en reformatorisch onderwijs is de opvoedverantwoordelijkheid van de ouders. Volgens de Bijbel zijn ouders de eerstverantwoordelijken voor de opvoeding. Ze hebben de taak hun kind te begeleiden op de weg naar zelfstandigheid en richting te wijzen naar een leven tot Gods eer en in dienst van de naaste. Ook volgens pedagogische inzichten is de ouder-kindrelatie voor de ontwikkeling cruciaal en onvervangbaar.
In de opvoeding is echter veel gebrokenheid. Opvoeden kan een zware taak zijn, bijvoorbeeld door de gezinssituatie, problemen bij het kind of onmacht bij de ouders. Op elke (brede) school zou dan ook een aanbod aanwezig moeten zijn om ouders te helpen: opvoedondersteuning, activiteiten om het onderwijsondersteunend gedrag van ouders te bevorderen en eventueel voor- en vroegschoolse educatie voor peuters. Een identiteitsgebonden aanbod in de vertrouwde omgeving van de school kan de drempel naar hulp verlagen en preventief werken.
Bij de verantwoordelijkheid van ouders hoort dat ze hun keuzes op het gebied van arbeidsparticipatie zo veel mogelijk afstemmen op het gezin. Dat mag ook offers kosten, in materieel opzicht of in ontplooiingskansen buiten het gezin. Als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen heeft de helft van de moeders in de gereformeerde gezindte wel een baan. Nu is deze vaak nog klein en worden kinderen informeel opgevangen. De verwachting is echter dat de arbeidsparticipatie onder druk van de overheidsmaatregelen zal groeien. De behoefte aan formele identiteitsgebonden opvang kan dan toenemen. Het is goed als schoolbesturen zich tijdig met belanghebbenden bezinnen op dit spanningsveld.
Kans
De brede school is een kans om de ontwikkeling en het leren van kinderen te bevorderen en te verrijken, zeker als de partners werken vanuit één visie op de ontwikkeling van kinderen. De peuterspeelzaal zien we als een goede voorbereiding op de basisschool. Ook een naschools activiteitenaanbod kan van toegevoegde waarde zijn, met name wanneer er een verbinding is met het binnenschoolse leren. Ouders moeten wel alle vrijheid hebben om hun kind tot de leerplichtige leeftijd en na schooltijd volledig thuis te houden. De school moet ook op deze leerlingen afgestemd blijven. Daarnaast is het belangrijk dat er genoeg tijd overblijft die kinderen zelf kunnen invullen.
Verbreding van de school verandert het toelatingsbeleid tot het onderwijs niet. Het biedt wel de mogelijkheid om present te zijn in de lokale omgeving, door (delen van) het aanvullende aanbod beschikbaar te stellen voor kinderen en ouders uit de buurt of door initiatieven te ontwikkelen in samenwerking met lokale partners. De brede school kan er zo ook aan bijdragen dat kinderen in een vertrouwde omgeving leren optrekken met leeftijdgenootjes uit andere groepen in de samenleving. De school bereidt kinderen voor op christelijk burgerschap. Dat kenmerkt zich door het besef dat we geen blijvende plaats hebben op aarde, maar ook door het dienstbaar zijn aan elkaar en betrokken participeren in de samenleving.
Identiteit
Het zal niet altijd haalbaar zijn om een brede school te vormen met partners die allemaal werken vanuit dezelfde identiteit. Zolang de identiteit van het onderwijs gewaarborgd blijft en kinderen en ouders zich vertrouwd en veilig voelen, hoeft dat geen belemmering te zijn. Dan kan samenwerking met andersdenkende partners ook verrijkend zijn. Over het algemeen geldt: hoe inhoudelijker en intensiever de samenwerking, hoe belangrijker de overeenstemming in identiteit en pedagogische visie. Partners die de identiteit niet delen, moeten haar wel respecteren en bereid zijn om er rekening mee te houden en hun aanbod erop af te stemmen.
De auteurs zijn respectievelijk senior managementadviseur bij Driestar educatief, onderwijsadviseur bij Driestar educatief en senior beleidsmedewerker bij de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs. Ze ontwikkelden gezamenlijk de visienota ”Hoe breed is uw school?”.