Boer vindt Romeinse schat tijdens het schoffelen
ECHT. Een boer uit het Limburgse Echt heeft een opmerkelijke vondst gedaan. Op zijn akker stuitte hij op een heuse Romeinse schat. De ‘buit’: een in Nederland niet eerder opgegraven combinatie van gouden munten en kapotgeknipt zilveren vaatwerk. „Van zeer bijzondere waarde”, zegt hoogleraar Romeinse archeologie Nico Roymans.
Het is iets wat normaal gesproken alleen in spannende jongensboeken voorkomt. Tijdens het graven voelt een groep vrienden iets hards en na enig doorzetten, verschijnt er een mysterieuze kist. Een boer uit Echt hoefde er feitelijk nog veel minder voor te doen dan de hoofdpersonages uit de kinderliteratuur. Bij het schoffelen op zijn akker in 1990 stond hij opeens te kijken naar twee goudstukken. De kostbaarheden blijken 1600 jaar geleden gewoon in een kuil te zijn gelegd. De boer liet per ongeluk een munt vallen en nam de andere mee naar huis.
Toen het neefje van de boer onlangs een metaaldetector kreeg, ging het tweetal samen op zoek naar de verloren munt. Ze vonden nog eens vijf munten. Gewaarschuwde archeologen van de Vrije Universiteit ontdekten vervolgens een complete goudschat.
Het Limburgs Museum in Venlo presenteerde vandaag de unieke vondst. „Dit is zeer bijzonder”, zo licht hoogleraar provinciaal-Romeinse archeologie Roymans (Vrije Universiteit) alvast een tipje van de sluier op. Roymans was nauw betrokken bij de opgraving. „Deze schat komt uit de tijd dat het Romeinse gezag in Nederland in de absolute eindfase verkeerde, aan het begin van de vijfde eeuw. De overheid probeerde wanhopig aan de rijksgrenzen vast te houden. Deze schat heeft alles te maken met de crisis waarin de Romeinen verkeerden. De goudstukken die we hebben gevonden, zijn Romeinse munten. Maar het zijn Germanen geweest die de schat in Echt hebben verstopt. Vandaar ook dat het zilveren vaatwerk kapot is gemaakt.”
De opgraving werd twee weken geleden afgerond. In stilte, om geen aandacht van gelukszoekers te trekken. Roymans: „Doordat we de schat als een compleet geheel konden opgraven, hebben we een goede reconstructie kunnen maken van wat zich destijds heeft afgespeeld. Daarom heeft deze vondst grote wetenschappelijke waarde, het geeft ons een inkijk in de teloorgang van het Romeinse gezag. Normaal gesproken wordt goud bij toeval gevonden. Leken graven het dan op, archeologen komen het pas tegen als het al bij een veiling of munthandelaar ligt. Het verhaal erachter is dan niet meer te reconstrueren. Gelukkig zag de vinder van deze schat gelijk dat de munten van goud waren en meldde hij zich bij een archeologisch adviesbureau. Daardoor konden professionals de opgraving doen en hebben we nu een aardig beeld hoe de kostbaarheden in de bodem terecht zijn gekomen.”
De schat wordt vanaf volgend weekend permanent tentoongesteld in het Limburgs Museum.