„Psalm 1 en 2 bepalend voor verdere opbouw Psalmenboek”
SAINTE-FOY-LÈS-LYON. Wanneer is een psalm messiaans? Zowel Jezus Zelf als de apostel Paulus heeft de psalmen gezien als rechtstreekse uitleg van de notie dat de Messias door lijden tot heerlijkheid moest komen, aldus James Hely Hutchinson. „Terecht zei Luther dat het boek Psalmen een miniatuur-Bijbel is.”
Hutchinson, directeur van het Franstalige Institut Biblique Belge (IBB) in Brussel, sprak gisteren op de tweede dag van de Colloque Biblique Francophone in Sainte-Foy-lès-Lyon. De in Ierland geboren Hutchinson was werkzaam in de Londense financiële wereld, maar gaf zijn baan op voor de studie theologie. Op de colloque in 2014 verzorgt hij drie lezingen over ”Het Boek der Psalmen: meditaties over het Evangelie”.
De volgorde en de indeling van het boek Psalmen zijn zorgvuldig opgebouwd, stelde Hutchinson. Psalm 1 en 2 nemen als introductie een bijzondere plaats in. Deze vormen een twee-eenheid, een soort ”tweelingpsalm”, zoals er meer zijn. „Psalm 1 en 2 luiden de hoofdthema’s van het Psalmenboek in en zijn bepalend voor de verdere opbouw van het boek.”
De theoloog wees op de parallellen tussen Psalm 1 en 2. Volgens hem is Psalm 2 uniek omdat daar in één adem over een koning, een gezalfde (Messias) en zoon wordt gesproken. Psalm 1 spreekt erover dat wijsheid en geluk bestaan in de overdenking van Gods wet en het vermijden van het kwaad. Psalm 2 voegt daar meteen aan toe dat Jehova alleen gediend kan worden door toevlucht te zoeken bij de Messias, de Zoon, Die op gelijk niveau met God staat. „Het valt op dat in de evangeliën rechtvaardigheid en Messiasverwachting hand in hand gaan, want zo worden Jozef, Anna en Simeon, de personen rond de geboorte van de Messias, getypeerd.”
Het type koning uit veel psalmen, zoals Psalm 2, kan bepaald niet op koning David worden toegepast, merkte Hutchinson op. De overgang van Psalm 2 naar Psalm 3 is een shock, zei hij. De koning uit Psalm 2 valt niet te vergelijken met de koning uit Psalm 32 en 38, waar David zijn zondigheid en ellendigheid beschrijft.
Hutchinson wees op Psalm 72, die een ander deel van het Psalmenboek inluidt. „In Psalm 72 vinden Davids gebeden een einde, maar komt er meteen een perspectief: de grote Zoon van David. Dit herinnert aan de profetie in 2 Samuël 7, en dan wordt het perspectief mondiaal. Zo is de beloofde davidische koning verbonden aan de belofte aan Abraham, die tot zegen voor alle natiën zou zijn.”
Vele malen benadrukte Hutchinson dat hij wars is van inlegkunde en opgedrongen typologie. „De psalmen worden hier naar hun eigen bedoeling uitgelegd, niets wordt aan de tekst opgedrongen, omdat de psalm rechtreeks naar de Gezalfde wijst.” Om dezelfde reden kon de apostel Paulus in Thessaloniki vrijmoedig Jezus Christus verkondigen, in de volle overtuiging dat hij daarbij rechtstreeks aansloot bij de psalmen die net daarvoor in de synagoge waren voorgelezen.
In een tweede lezing behandelde Charles-Eric de Saint Germain de encycliek ”Veritatis Splendor” van paus Johannes Paulus II. Daarin wordt het natuurlijk menselijk geweten positief gewaardeerd. De Saint Germain wees op de ingrijpende verschillen met de protestantse traditie, waar het geweten als aangetast door de zonde wordt beschouwd zodat het dwalen kan.
Ds. Olivier Bader, predikant te Yverdon-Temple (Zwitserland), hield een lezing over Louis Burnier. Deze negentiende-eeuwse predikant, die de overheidsbemoeienis in de Zwitserse kerken verfoeilijk vond, speelde een belangrijke rol in het ontstaan van de vrije kerken in Zwitserland.
In het Franse Sainte-Foy-lès-Lyon, een voorstad van Lyon, heeft tot en met donderdag de jaarlijkse Colloque Biblique Francophone plaats. Deze krant doet verslag. Vandaag de tweede aflevering.
Lees ook: Roepingsvisioen Jesaja als bondigste samenvatting van wat calvinisme is.