Voorafgaand aan de begrafenis had in het kerkgebouw van de hersteld hervormde gemeente te Staphorst een rouwdienst plaats, waarin ds. H. Lassche uit Rijssen voorging.

Ds. Lassche sprak naar aanleiding van Hebreeën 13:13 en 14: „Zo laat ons dan tot Hem uitgaan buiten de legerplaats, Zijn smaadheid dragende. Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende.” Hij merkte op dat ds. De Jong als predikant veel aankon, veel werk verzette en altijd klaar stond om het Woord van de Heere te openen en vandaaruit te spreken. Het ziekzijn echter was hem geestelijk zwaar gevallen. Ds. Lassche: „Tijdens bezoeken verkeerde hij in duisternis en had hij het benauwd. Hij was een sterke persoonlijkheid, maar hij moest er als dominee tussenuit. Hij moest alles kwijtraken om de ene Naam over te houden, waardoor zondaren moeten zalig worden. Het enige dat telt is het bloed van Jezus Christus en het offer door Hem gebracht.”

De predikant uit Rijssen vertelde dat een preek van ds. De Jong over Jesaja 50 –waar staat dat die in duisternissen wandelen en geen licht hebben op de Naam van de Heere moeten vertrouwen– op hemzelf van toepassing werd. „Hij heeft de volle consequenties daarvan ondervonden. Hij heeft op God gesteund in de duisternis.”

Aan het einde van de dienst werd Psalm 43:3,4 en 5 gezongen. Hierna haalde Sytse de Jong, de oudste zoon van de overledene, de geopende Bijbel weg van de lijkkist voorin de kerk.

In Christus

Tijdens de begrafenis spraken ds. B. Reinders, predikant van de hersteld hervormde gemeente te Staphorst, en ds. K. Veldman, voormalig predikant van de gemeente. Ds. Reinders gaf aan dat ds. De Jong vaak zei dat het nodig is om in Christus te zijn en wedergeboren te zijn. Ds. Veldman noemde in zijn toespraak Openbaring 7:13: „Dezen, die bekleed zijn met de lange witte klederen, wie zijn zij en van waar zijn ze gekomen?” Zoon Sytse de Jong sprak een dankwoord.

Ds. De Jong was van 1992-2008 predikant te Staphorst en bleef er daarna wonen.

Lees ook: Ds. Tj. de Jong (Staphorst) overleden.