„Je bent een schurk!”, schrijft Luther aan Erasmus
UTRECHT. „Je bent een schurk!”, „Je bent niet wijs!” De aantekeningen die Maarten Luther maakte in een Bijbelvertaling van Erasmus liegen er niet om. Sinds kort staan ze online.
Het zijn korte teksten in de kantlijn, enkele woorden soms, in een ietwat kriebelig maar duidelijk leesbaar handschrift. Luthers verwijten aan het adres van Erasmus zijn in het Duits geschreven, de wat meer beschouwende theologische opmerkingen in het Latijn.
Prof. dr. Arnoud Visser, profileringshoogleraar ”tekstuele cultuur in de renaissance van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden” aan de Universiteit Utrecht, leidt het project ”Annotated Books Online” (ABO). De Erasmusbijbel met Luthers aantekeningen is een van de ongeveer zestig boeken uit de vroegmoderne tijd die te raadplegen zijn op abo.annotatedbooksonline.com.
Doel is de boeken, waarin lezers aantekeningen achterlieten, te onderzoeken, om zodoende de leescultuur uit die tijd te reconstrueren. Prof. Visser: „Je kunt het boek in de zestiende eeuw vergelijken met de iPad van nu. Een iPad is ingericht op de wensen van de gebruiker. Als je dat beseft, begrijp je dat een boek van toen ons niet alleen iets kan vertellen over de schrijver, maar ook over de lezer. Zeker als hij zijn sporen in de boeken achtergelaten heeft.”
Sinds dertig jaar krijgt het onderzoek naar de leescultuur systematisch aandacht in de wetenschappelijke wereld, aldus Visser. „Lezers leerden op school wat goed lezen inhield. Je leerde lezen met de pen in de hand. Het aantekeningen maken in boeken werd gevolgd door het verzamelen en ordenen van bruikbare citaten in aparte schriften, commonplace books.”
De Erasmusbijbel met Luthers aantekeningen kwam na Luthers dood in het bezit van de Groningse hoogleraar Regnerus Praedinius (1510-1559). Het regelmatiger handschrift in rood, naast de aantekeningen van de reformator, is van hem. „Wat kun jij schelden”, schrijft Luther aan Erasmus. „Zelf zit je ook niet zonder scheldwoorden”, voegt Praedinius er enkele decennia later aan toe.
„Doordat Praedinius nieuwe aantekeningen maakte, wordt dit exemplaar een laboratorium voor Bijbelonderzoek”, aldus Visser, die de Bijbel de komende tijd verder bestudeert. „De Bijbel van Erasmus was controversieel, omdat in die tijd de Vulgaat –de Latijnse vertaling van de Bijbel– dé autoriteit was.
Luther schreef zijn aantekeningen waarschijnlijk niet voor derden, terwijl Preadinius wel duidelijk een publiek voor ogen had. Hij legt meer uit, terwijl Luther soms met een enkel steekwoord genoegen neemt.”
Wat valt verder op aan Luthers aantekeningen?
„Luther is erg agressief. Hij flipt helemaal als Erasmus opmerkt dat verstandige heidenen ook in aanmerking kunnen komen voor Gods genade. Hij ergert zich aan de humanistische Erasmus en vindt hem soms te filologisch, te veel bezig op tekstniveau, terwijl Luther meer theologisch-inhoudelijk naar de tekst kijkt.”
Digitaal bladerend door de Bijbel stelt Visser de voordelen van ABO voor het wetenschappelijk onderzoek aan de orde. „Waar je eerder nog voor een boek als dit naar Groningen moest, is het nu mogelijk om het digitaal te doorzoeken achter je bureau en dat te vergelijken met een boek dat bijvoorbeeld in New York ligt. Daardoor versnelt het onderzoek buitengewoon.”
Betekent dit voor bibliotheken minder bezoekers?
„Paradoxaal genoeg stijgt het aantal bezoekers vaak. De digiversie maakt hen alert, waarna ze de bibliotheek bezoeken. Als boeken erg kwetsbaar zijn, werkt digitalisering als conservering. Bibliotheken kunnen er dan voor kiezen om het exemplaar beperkter te laten inzien.
Soms heb je in het contact met bibliotheken wel te maken met praktische tegenslagen, bijvoorbeeld als zij een bepaald exemplaar niet digitaal willen delen. Verder merk ik in de onderzoeksgemeenschap dat onze werkwijze nog niet goed tussen de oren van de onderzoekers zit. Wij bouwen ons corpus op volgens het Wikipediamodel. Dat betekent dat iedereen content kan toevoegen. Nu krijg ik vaak nog een mailtje met de vraag: wil je dit op de site zetten? Maar in principe kan iedereen dit doen.”
Een andere nieuwigheid voor wetenschappers is dat ze rond dit project moeten samenwerken. „Boekhistorici, theologen, classici, paleografen en bibliothecarissen. Zij kunnen er alleen samen voor zorgen dat al die brokjes kennis ons iets gaan vertellen over de leescultuur van toen.”
Een vervolgstap na het digitaal beschikbaar maken van de boeken, is onderzoek doen naar de werking ervan. Wat wil het publiek lezen? En wat zegt het daarmee van zichzelf? ”In de gloria. Literaire roem in de Renaissance”, was daarom de titel van de oratie van prof. Visser in 2013. „De boekenmarkt is een economie van vraag en aanbod. Mensen kennen een bepaalde waarde toe aan auteurs. Daarmee laten ze hun voorkeuren zien. Lezers werden in de vroegmoderne tijd vaak gestuurd in hun voorkeuren. Zo dragen collega-schrijvers bijvoorbeeld bij aan de roem van een auteur.”
Wanneer is ABO afgerond?
„Dit project is nooit af. Dat is avontuurlijk en frustrerend tegelijk. Je kunt blijvend content toevoegen en transcripties verbeteren. Er is een vergelijkbaar project in Engeland: Early English Books Online. Daar staan zo’n 1100 boeken op, een mooi aantal om naar te streven. Maar uiteindelijk wil je altijd meer.”
www.abo.annotatedbooksonline.com
Aantekeningen Harvey: zo voer je oorlog
Via de website van ”Annotated Books Online” zijn ook tien boeken van de 16e-eeuwse Engelse geleerde Gabriel Harvey te raadplegen. Hij schreef veel in de kantlijn van zijn boeken, zegt prof. dr. Arnoud Visser. „Hij maakte er zijn werk van. Zo becommentarieerde hij boeken van Livius en Machiavelli, om daaruit adviezen te destilleren voor het voeren van oorlog en voor goede diplomatie. Diplomaten en politici konden op die manier bij Harvey terecht om raad.”
Omdat Harvey binnen de database van ABO de enige is die zo gestructureerd aantekeningen maakte, gaat een internationaal team nieuw onderzoek doen naar de schrijver.